Cambodja 2011

Phnom Penh, 15 oktober

Zoals de jacht in Indonesië op de zonsondergang werd geopend, heb ik ook hier mijn gloeiende prooi gevonden. Gisteren in de bus werd ik getrakteerd op een mooie verschijning aan de horizon. Het einde van deze dag was mogelijk nog mooier. Ik kan me niet meer heugen wanneer ik voor het laatst een mooie zonsondergang heb gezien. De enige memorabele op deze reis waren op Kanawa, Indonesië, Canberra naar Harvey Bay in Australie, Waitekeri ranges en Lake Tekapo Nieuw Zeeland. Op het lijstje nu toegevoegd Phnom Penh. Gisteren met John & Diana, 2 Britten (de eerste Britten die ik leuk vindt) ons af laten zetten bij 88 Backpackers resort. Mét zwembad. Het stomme is dat je daarvan dan, met te weinig tijd, geen gebruik van maakt! Het eerste heldere water wat ik in weken zie..! Maar goed. De hostel kamer is iets te duur. Naar een reis van wederom 12 tot 14 uur maak je soms een snelle beslissing om maar even een rustplek met bed te vinden. Op naar de Mad Monkey. Een hostel aan de andere kant van de stad met dakterrasbar, een indrukwekkende cocktail kaart en prima sfeer. In de middag zijn we met hun vriendin Louise die vandaag net uit Londen is over komen vliegen en een Duits meisje (weet haar naam niet meer, want vindt haar niet leuk), naar de stad gelopen waar we door de 2de regenbui vandaag (verder is het hier nog mooi weer) een plek zochten voor een late lunch. We hebben die uiteindelijk gevonden bij een original Khmer 'foodcourt'. Helaas alleen dode kwartels, kikkers, kippen, koeien, vissen en schaaldieren. Bij de desser sectie heb ik me dus maar laten voorlichten over echte Cambodjaanse rijst,- en vruchtendesserts. Op de terugweg een cadeautje in de vorm van weer een adembenemende lucht, die de kleuren tussen oranje, rosé en paars op de wolken projecteerde. We zijn allen onder de indruk van deze schildering der natuur. Voordat we terug gaan naar het hostel halen we bij een winkeltje wat water. De man van een jaar of 50 misschien eind 40 heeft een simpel wit hemd aan. Op zijn armen, borst en schouderbladen zijn grote rode striemen te zien. Zou hij gemarteld zijn op jongere leeftijd? 'Hij heeft er de leeftijd door', gaat er door mijn hoofd. Is deze man een voorbeeld hoe er 30 jaar geleden een ondervraging techniek werd toegepast? Ik vraag er natuurlijk niet naar maar mijn nieuwsgierigheid brand. Met de oudere vrouw in de winkel maak ik in het gebrekkig Engels een praatje. Haar man en dochter wonen in Amerika. Zouden ze zijn gevlucht in de oorlog? Zouden zij ook het slachtoffer zijn geweest van de mensonterende omstandigheden 3 decennia geleden?

Choeung Ek aka the Killingfields - S21, 16 oktober

Vanaf 17 april 1975 tot 7 januari 1979 was Cambodja in de greep van de Khmer Rouge of rode Khmer, geleid door Saloth Sar, beter bekent, zoals hij zichzelf noemde; Pol Pot (Political Potential). Rond de 3 miljoen mensen zijn in deze jaren vermoord, doodgemarteld, uitgehongerd of gestorven aan ziekte gerelateerd aan de (on)menselijke vernedering die ze hebben geleden. Om mezelf een beetje in te lezen in wat er is gebeurd in dit land, heb ik 'memoires' gelezen, 'Children of Cambodian killing fields', geschreven door geëmigreerd Cambodjanen, die kinderen waren in die tijd. Verhalen die je niet wil lezen voor bedtijd. Deze mensen hebben hun volk doodgemarteld zien worden, zijn neergeschoten, voor dood achtergelaten, bedekt geweest met ledematen en lijken. Gruwelijke verhalen waarvan je eigenlijk weg wil kijken. Je zou verwachten dat de wereld zijn lessen wel zou leren na een paar wereldoorlogen, maar helaas. Pol Pot is uiteindelijk een suffe dood gestorven en gecremeerd op wat autobanden, zonder proces in 1998. Sommige rode Khmer leden zijn aangeklaagd en zitten in een gerechtelijk proces. Dit gaat echter zo traag dat ze waarschijnlijk zonder rechtsvervolging zullen sterven aan een vredige natuurlijke dood. Andere Khmer leden zitten in de hedendaagse politiek. Onbegrijpelijk. Binnen 2 dagen hebben de allervriendelijkste inwoners van dit land mijn hart geraakt.
Dit is hedendaags, terug naar het verleden. Vandaag een oogopener hoe slecht mensen kunnen zijn tegenover familie, vrienden en hun eigen volk.
We worden door Luckie, onze persoonlijke tuc tuc chauffeur afgezet voor de poorten van Choeung Ek, beter bekend als één van de Killing Fields. Mijn hartslag is niet meer rustig en kalm. Ik leg mijn hand op mijn borst en voel deze door mijn huid harder en harder slaan. Ik ben niet vaak zenuwachtig, hooguit voor een examen maar de verhalen die ik over deze plaats heb gelezen, hebben alles behalve een kalmerend effect op mij. Via een koptelefoon wordt de bezoeker van plaats naar plaats geloodst en geïnformeerd over wat er daar is gebeurt. Er heerst een doodse stilte tussen de massagraven waar bijna 9000 mensen in zijn gedumpt. Als eindstation van martel'school' S21, werden de gevangen geblinddoekt met een vrachtwagen hier gebracht, om hun lot te ondergaan. Onschuldig dood worden geslagen, op hun knieën voor het graf. De kogels waren te duur. De kuilen in het landschap zijn dit keer niet veroorzaakt door clusterbommen of granaten maar zijn een droevige beeltenis van de opgravingen die de afgelopen jaren hebben plaats gevonden. In de grond van de wandelpaden steken her en der kledingstukken uit. Met ernstige regenval komen er steeds nieuwe bewijzen boven. Zoals ook botten en tanden. In de grote gedenk stupa zijn 17 etages gewijd aan botten en ingeslagen schedels die gerangschikt liggen op leeftijd en geslacht. Het jongste slachtoffer is 3 maanden oud. Zonder pardon werden baby's doodgeslagen tegen een boom. Een normaal functionerend
persoon krijgt het niet verzonnen. De boom oogt onschuldig. Er liggen tanden tussen de wortels en de stam. Ernaast een graf waar vrouwen half verminkt aanzagen hoe hun kinderen wreed van het leven werden beroofd en daarna zelf levend werden begraven. Hoe ontvatbaar dit ook is, de Khmer Rouge is in de jaren 70, 80 en 90 aangezien als rechtelijk bestuurder van het land en nam zelfs deel uit van de UN. Als ze eens wisten in de tijd. We verlaten het terrein en Luckie brengt ons de 17 km terug met zijn gemotoriseerde koetsje. Met enige tegenzin dwingen we ons naar een ander zwaar deprimerende geschiedenis les te gaan. We lopen het terrein op van de Tuol Svay Prey high school, beter bekend als het Tuol Sleng museum of de Security prison 21 (S21). We laten ons begeleiden door een vrouwelijke gids die helaas de verhalen nog levendiger maakt dan dat we van de foto's kunnen opmaken. In de tijd dat het bevrijdingsleger kwam, was de Khmer Rouge zijn eigen mensen aan het afmaken. Niemand vertrouwde elkaar meer en de martel technieken werden dan ook op elkaar toegepast. In verschillende klaslokalen, die als martelkamers werden gebruikt, hangen foto's hoe de misvormde lichamen waren gevonden. Stalen bedden met handboeien en martelwerktuig staan identiek aan de foto in de ruimte. Bloed zit aan het plafond. Geschokt en bijna kokhalzend lopen we van lokaal naar lokaal en komen van de ene verbazing in de andere. Met open mond staan we te kijken naar de fotomuur van deze barbaren, deze martelaars. Het zijn echter geen grote, gevaarlijk uitziende valse schurken. Het zijn kinderen, onschuldig lijkende kinderen. Sommige met de meest open blik en een vriendelijke glimlach. Het zijn vrouwen met een boblijn (dat stond gelijk aan het simpele leven van een boer. Lang haar stond gelijk aan een intelectueel brein) die je hedendaags op straat tegen komt en je met een grote glimlach gedag knikken. Onbegrijpbaar, eerlijk waar. Ik wijdt verder niet uit over wat één van de 7 overlevende heeft geschilderd, wat voor informatie er over bewaarde martel atributen werd gezegd en wat voor schokkende foto's er tentoon hingen. Ik wil niet meer denken aan de foto van het kindje die met tranen over zijn wangen, een speld door zijn keel had gekregen met zijn identificatie nummer erop. Ik wil niet meer herinnerd worden aan de uitgemergelde lijken die zijn opengereten voor valse verklaringen. Ik wil het liefst deze hele dag vergeten want het kan niet waar zijn.

Royal Palace | Silver Pagoda, PP - Kampot, 17 oktober

Gisteren waren we allen zeer aangeslagen. De killing fields waren al erg maar S21 was echt hartverscheurend. 'German girl', wilde niet mee naar de oude school. Ze had al eens een concentratie kamp gezien. Laat ik mijn mening voor een keer voor me houden want eerlijk is eerlijk, ik was haar liever kwijt dan rijk. Louise had rode ogen van de tranen, Diana veegde af en toe haar ogen droog en John en ik zeiden beide 'You don't want to know' toen Diana om een herhaling vroeg, over wat er gezegd werd door onze gids.  Er kwam een foto voorbij van een man die de identieke rode strepen op zijn lichaam had als bij de man van de winkel. Het bleek een alternatieve genezing te zijn, door warme maïskolven op het lichaam te leggen. Ik ben blij voor de man dat het geen zichtbaar bewijs was van de eerder gedachte martelgang.
We verheugen ons op mooie dingen. Het liefst vergeten we wat we hebben gezien maar dat zou niet eerlijk zijn tegenover de gevallenen en de overlevende. De dag heeft daarbij een onuitwisbare indruk gemaakt, dus vergeten zullen we nooit.
Vandaag op het programma, een koninklijke excursie.
Preah Reach Veang oftewel het koninklijke paleis staat aan de Sothearos boulevard, tegenover de Tongle Sap rivier. Je wordt niet toegelaten met blote schouders. Mijn Laotiaanse zwarte ninjapak heeft hier inderdaad helaas geen bedekking. Maar mijn multi functie sjaal (een must voor elke reiziger) sla ik sierlijk over mijn schouders en boven lichaam heen. Bij de kaart controle van het paleis wordt ik echter niet toegestaan met 'sjaal bedekking'. Ik wil weten waarom niet. Persoonlijk vindt ik een omgeslagen keurige doek, velen malen charmanter en respectvoller dan een strak truitje met hele korte mouwen, wat overigens wel is toegestaan. Ik ga niet in discussie met de man, maak hem ook duidelijk, nadat ik na een zwarte regenjas van Louise heb aangeboden gekregen, dat ik de regels respecteer. Wil gewoon weten waarom er geen omgeslagen sjaal is toegestaan. Een bevredigend antwoord krijg ik niet. Maakt ook niet uit. De zwarte regenjas is heerlijk warm, laat absoluut geen zuchtje wind door en wat wil je anders op een zonnige dag van 35 graden?
We maken een wandeling door de botanische tuin. Bezoeken en fotograferen de troonzaal en bekijken de beschilderde galerijen. Als we de Silver Pagoda betreden, die genoemd is naar de 5329 zilveren tegels die op de vloer liggen, worden we verlekkerd met de zeldzamere metalen op aarde. Een emerald boeddha is tentoongesteld op een zilveren schaal. Hiervoor staat de gouden boeddha Maitreya die is gemaakt van 90 kilo goud en is belegd met 2086 (!) diamanten. Tegen de muren staan meerdere kleinere boeddha beeldjes die bestaan uit jade, goud, zilver, diamanten en andere edelstenen.  Niemand kan me een antwoord geven op de vraag wat er met deze schatten is gebeurt toen de Khmer Rouge de stad binnen stormde. Wat me ook opvalt, is dat deze rijkdommen in deze zaal staan om meegenomen te worden. De enige beveiliging die er is, zijn de bewakers die half liggen te slapen in hun stoel. Geen elektroden, geen camera's, geen kogelvrijglas. Je begrijpt, mijn ongrenselijke fantasie is al weer op een niveau aan het denken wat ik eigenlijk niet moet delen. Laat ik het erbij houden, dat het een mooi hoofdstuk in mijn hopelijk ooit af te schrijven boek kan zijn.
Na het middaguur scheiden de wegen van  mijn Britse vriendje en mij. Zij gaan door naar Siem Reap om de Angkor Wat te bekijken. Ik ga met de klok mee, om hopelijk de wateroverlast in het noorden te ontwijken en eerst te genieten van zon en zee in het zuiden.

Kampot - Sihanoukville, 18 oktober

De dag begint weer op tijd. Dat is mooi, want dan kan ik de omgeving gaan verkennen. Mijn wandeling gaat langs de Prek Kampong Bay rivier en de verwaarloosde Franse stijl huizen en de verder o'zo Aziatische bouwwerken. De oude overdekte markt wordt intern opnieuw opgemetseld. Ik stop voor een ontbijt bij Salt & Pepper. Het laatste is wat Kompot nationaal en internationaal op de kaart zet. Een 'bun' met 2 gebakken eitjes is bijna teveel om op te eten. Zonder suiker en iets zoutig, is het een smaak wat ik lang geleden nog eens geproefd heb. Vervolgens maak ik een stop bij een massage salon. Ik moet mezelf in een blauwe pyama heisen, voordat ik op de massage tafel plaats neem. De blinde masseur begint met masseren. Vertel me, wat is de logica van, bij een 'gewoon' massage salon bijna naakt liggen en bij een blinde in een pyjama?
De bus naar mijn volgende bestemming vertrekt helaas niet. Ik begrijp niet helemaal waarom. Iets met slechte weg en politie. Met een bijna privé taxi, wordt ik voor 6 dollar 110 km verderop afgezet. Volgende vraag; hoe kan je winst maken als een liter benzine 1 dollar kost, je 2 passagiers meeneemt en bij elkaar 220 km moet rijden? Ik weet het niet, want ik heb namelijk discalculatie..
.. Ik begraaf mijn voeten in het zand, comfortabel in mijn cirkelvormige rieten stoel met zacht  kussen en aanschouw 'weer' een zonsondergang in dit mooie Khmer land. Ik heb me voorgenomen, om hier geen ondergang meer te missen. De lucht kleurt elke minuut anders en er is geen avond hetzelfde. Met een donkere wolk die overdrijft, is de roze lucht nog onbeschrijfelijker dan de vorige. Een reggae muziekje klinkt bij de 'Purple bar' in Sihanoukville en maakt de sfeer met langs sloffende toeristen en lokale bevolking in de schemering nog poëtizer. De kinderen belagen de toeristen (inclusief mij) met armbandjes, sleutelhangers, manicuur en pedicuur sessies. Misvormde mensen zonder benen en armen (hoe nemen ze dat geld dan in hemelsnaam in ontvangst?) bedelen voor wat wisselgeld. .. Als ik toch genoeg geld had voor iedereen..
De lichten aan de boulevard weerschijnen na het ondergaan, in de zee. De on-aller charmanste spaarlampen gaan aan maar doen gelukkig niets af aan de sfeer. De mengeling van blank en choco mensen, geeft een glimlach op ieders gezicht. Vuurwerk licht op, boven de rij van de windlichten op de kleine tafeltjes in het zand. Ik ben even niet aan het reizen, ik ben op vakantie.

Sihanoukville, 19 oktober

Met een échte Franse baguette gehaald bij een heuse boulangerie, begint de zonnige dag. Er zijn allerlei eilanden bezoeken die gemaakt kunnen worden, maar niet vandaag. De dag bestaat uit lezen, proberen in de schaduw van mijn parasol te blijven, als ik niet de gelijkenis van een garnaal wil krijgen en zwemmen. Het zwemmen in het heerlijk verkoelende water gaat helaas niet ongestoord. Ik moet het wateroppervlak met wat kwallen delen. En deze hebben niet het formaat van een zilver uitje hoe ik ze vroeger altijd uit het kanaal ving met mijn zus. Nee, deze hebben het formaat van een echte kwal. Neem Nemo's vaders zoektocht met vergeetvis Dory in gedachten en dan heb je de juiste maat. Ik gil nog net niet als een klein meisje maar spurt op behoorlijke snelheid toch het water uit. Niet voor lang want de zon brand. Gisteren en vandaag tientallen vrienden gemaakt met pedicure, manicure en massage dames en armband en fruitverkoop jongetjes. De kinderen komen echter pas na 11 uur op het strand, als school is afgelopen. Met grote moeite kan ik toch nee blijven zeggen. Een echt kadootje in ontvangst nemen, in de vorm van een armbandje vindt ik heel moeilijk omdat ze dan toch iets van terug verwachten. Maar de kids kwetsen door hun vriendelijkheid te negeren is ook niet mijn bedoeling. De lijn hier tussen is flinterdun. Aangezien er al tientallen dames over mijn (korte blonde!) beenharen hebben geklaagd, ze mijn arm omhoog hebben getrokken om mijn oksels te controleren en ook hier een nee schuddend advies over raporteerde, besluit ik om maar even terug te gaan naar mijn kamer en het scheermesje ter hand te nemen. 'Kunnen ze me daar iniedergeval niet op pakken'. Mijn kolenschop handjes met korte nagels zullen nooit een auditie doorkomen voor een Dove handwas commercial maar ik probeer te redden wat er te redden valt. Ik prop wat attributen in mijn tas, om op mijn strandbedje te tijd te nemen om ze bij te knippen, op te vijlen en te polijsten. Voor Tom en John, 2 schattige kinderen die soms bij me blijven hangen, wat kletsen en wat in mijn Lonely Planet schrijven heb ik koekjes meegenomen. Binnen no time ben ik door de voorraad heen. Aan het einde van de dag even een korte opfrissing om vervolgens weer de camera ter hand te nemen en de zonsondergang te fotograferen. Bij een rustig resort barretje met welkome zeebries, drink ik wat biertjes en klets met de barvrouw. Na een hapje gegeten te hebben in mijn guesthouse, blijkt de eigenaar een Hollander te zijn. Hij biedt me een biertje aan en we kletsen een paar uur lang over reizen, sabbaticals, de glimlach van Cambodja en Indonesië. Waar hij oorspronkelijk vandaan komt. Ik ben blij dat ik niets heb gekocht qua diensten of sieraden op het strand. Ook hier zit er een soort van 'mafia' achter, die de kinderen en de dames hun geld afneemt. En zijn zij het niet, dan gebruiken de ouders het geld voor hun verslaving. Neemt natuurlijk niet weg dat er zeker ouders zijn die hiermee wel de school van hun kinderen financieren. Sjors, de eigenaar, stelt voor dat ik over 5 jaar maar terug moet komen en de zaak overneem. 'Het geld op de rekening is dan helemaal wel verdampt.' Over 2 jaar de boel dan managen? Alles kan :)

Koh Rong | Monkey Island, 20 oktober

Mijn nieuwe Engelse vrienden zijn gearriveerd. Ze hebben een eilandbezoek gepland en via de mail gevraagd of ik mee ging. Oké! In de vroege ochtend zijn ze aangekomen vanuit Siem Reap via Pnomh Penh en staan met hun tassen al te wachten. Ik spring achterop de scooter van een medewerker van het guesthouse, om ze nog op tijd te spreken. En kom net op tijd voordat ze in de tuc tuc stappen. Ik spreek af dat ik een boot later neem. Als het goed is, zie ik ze dan op Monkey Island. Monkey Island is een (backpacker) resort op het eiland Koh Rong, ter bereiken met een boot waar je ongeveer 2 uur over doet. Net voordat ik in de middag mijn taxi instapt, stopt Marie, het barmeisje van gisteren om me gedag te zeggen. Een schat van een meid. Marie is een moslima uit een moslim gemeenschap uit Siem Reap, heeft een christelijke naam en woont in een Boedistisch land. Hoe multi cultureel wil je het hebben? Een stukje verderop zie ik de 2 Canadese meisjes lopen. Die schijnbaar ook hun weg hebben gevonden naar S-Ville. Ik wil bijna de taxi laten stoppen om uit te stappen en te vragen hoe het met de knie van één van de meisje is. Deze was namelijk goed ontstoken en een paar Fransen en ik hebben haar op het hard gedrukt om naar het ziekenhuis te gaan. Ze loopt niet meer mank en haar zwachtel ziet er schoon uit. Ik besluit de taxi maar door te laten rijden. Gerustgesteld dat het goed met haar gaat.
Via een individueel niet te vinden pad komen de toekomstig eilandgangers en ik aan bij de boot. Naast ons persoontjes en alle tassen die iedereen meezeult, gaan er ladingen voedsel en drinken aan boord. Als we onderweg zijn, komt een jongeman naar me toe en vraagt of ik 3 vrienden ga bezoeken. 'Ja, inderdaad. 3 Britten, 2 meisjes en een jongen,' zeg ik. John, Diana en Louise hadden de jongeman (mede-eigenaar van het resort)  gevraagd of hij naar me uit wilde kijken. Bij aankomst op het eiland, wat bestaat uit een klein dorpje, bewoond door de lokale bevolking en verder 3 kleine basic resorts, zie ik mijn vriendjes weer. Ze hebben al keurig een bedje voor me gereserveerd en het bier staat koud. Ze melden me het goede nieuws dat ze dezelfde Canadese meisjes in Siem Reap hebben gezien en met ze hebben gepraat. Ze waren netjes naar het ziekenhuis gegaan, zoals voorgesteld en op het moment had ze een anti-biotica kuur. Zo fijn als mensen af en toe luisteren.
Onder het genot van emmers (!) whiskey en bier, raken we maar niet uitgepraat met z'n vieren. Uiteindelijk noemen John (behoorlijk stoned, ja ook hier kan je van alles krijgen) en Diana het de nacht en gaan slapen. Louise, haar aanbidder Matt, een Britt die zeker net zoveel als wij hebben gedronken en ik, nog een duik in de zee.
De nacht lijkt een geredigeed optreden. Er is een lichte bewolking en de bliksem in de verte verspreid het licht vanachter de kleine wolk clusters. Het is adembenemend. Sterren schijnen aan de hemel en het zorgt voor de juiste verlichting over het bijna elektriciteit vrije eiland. We duiken het heldere groene water in. Ik creër vuurwerk met mijn vingers. Door in het water te zwemmen en te bewegen, licht het plankton op en laat zijn zilveren kleur weerkaatsen. Het is als magie. Het enthousiasme blijft als we met onze vingers door het water golven en alles op licht in de donkere nacht. Louise heeft gevraagd of ik in haar hut blijf slapen. Ze duikt nog een keer met Matt het water in. De generator die door benzine wordt aangedreven wordt uitgezet om 1 uur s'nachts. Met de laatste energie in de telefoon van mijn batterij vindt ik het bed. Ik laat mezelf op bed vallen en ga knock out.

Koh Rong | Monkey Island, 21 oktober

De emmers met whiskey en de biertjes zijn goed aangekomen. Ik durf niet van houding te veranderen, bang dat ik misselijk wordt en moet overgeven. Waar moet ik overgeven dan? De hut is erg basic en beschikt niet over een toilet, laat staan over een badkamer. Een gat graven op het strand? Ik hou me maar aan mijn 'niet bewegen' regel en kom uiteindelijk in het land der levenden rond half 11. Mijn ochtendbad neem ik in de zee, welgeteld 20 stappen vanuit de hut. Het water is fantastisch van kleur. De groen- blauwe boot die een stukje verderop voor anker ligt, past qua kleur perfect bij het decor. De zon schijnt. Na een laat ontbijt annex lunch genomen te hebben, voel ik me een stuk beter. Het advies om gewoon maar weer aan het bier te beginnen, sla ik maar even af. Je kan je er waarschijnlijk beter door gaan voelen maar de maag is er nog niet klaar voor. Na een 2de aspirine, lig ik weer te plokken in het water als een klein kind. Mijn nieuwe vrienden balen dat ik maar 2 nachten blijf. Zij hebben besloten om hier een week te blijven. Groot gelijk hebben ze. Ik heb helaas al een nachtbus kaartje terug naar Pnomh Penh geboekt om vanuit daar door te reizen naar Battambang. En de grootste tempel in de wereld wacht ook nog op mij. Of eigenlijk, andersom. Ik kan bijna niet wachten om dit meesterwerk te bewonderen en verheug me dan ook erg op het eerste aanzicht.
In de avond besluiten we maar wat rustiger aan te doen met de emmers whisky. We fotograferen de pasteltinten in de lucht als de zon ondergaat. Yep, nog geen enkele keer gemist. We dineren op tijd en tussendoor duiken we weer de nachtelijke zee in, om met het walvissenvoer te spelen.
Dit is een paradijsje op aarde. De lichtgevende plankton is nog beter zichtbaar als na 1 uur de generator weer wordt uitgezet en er nergens meer in de omgeving licht brand. Ook John en Diana komen nu de magie bekijken. We creëren allen een Melkweg van sterren door met onze handen over en in het water te strijken. Bij elke slag van de benen lichten de kleine stofjes op en het blijft een waar genot om in het water te spelen. Sterren boven ons en sterren onder ons. Het is werkelijk waar, een wondere wereld waarin we in leven.

Koh Rong - Sihanoukville - Pnomh Penh, 22 oktober

Ik heb mijn vriendjes weer gedag gezegd. Grappig dat een vriendschap kan ontstaan door 1 dollar. John & Diana hadden zo'n dorst, toen we een stop maakte tussen de Laotiaanse grens en Phnom Penh. Ze hadden echter geen geld meer en konden bijna niet meer tuffen van de dorst. Enigszins beschaamd vroeg Diana (toen hadden we nog geen kennis gemaakt) aan mij, toen we stonden te schuilen voor de enorme hoosbui, of ze misschien een dollar mocht lenen voor een fles water. En daar op Monkey Island zeg je de mensen weer gedag, die je in een korte tijd toch goed heb leren kennen. Een rendez vous in Parijs. Dat staat op de agenda. 
De laatste kilometers op de boot bestaat uit schuilen voor de regen. Het uitzicht is minimaal door de fikse regenbui die ons omringt op zee. Alle tassen worden opgestapeld op het midden van de boot. Die gelukkig nu wel een dak heeft. Ik behoed mijn kleine rugzak als één van mijn huisdieren, voor de natte neerslag. Op mijn schoot en met mijn bovenlichaam er overheen gebogen, bescherm ik mijn camera's en iPad  die in de tas zitten.
Helaas is het niet mogelijk om via S-Ville rechtstreeks naar Battambang te reizen. Tenzij je achterop een motor door de Cardamons wil rijden. Wat inhoud, door de jungle, over een modderpad met een hakbijl. Klinkt wel heel avontuurlijk. Ik ga maar voor de 'normale' route en neem de nachtbus naar Phnomh Penh waar ik na een snelle overstap, de route vervolg naar Battambang. In de nacht, tussen de steden rijden we door een overstroomd dorp. In het centrum ervan, staan mannen in hun boxershorts en zaklamp en het verkeer te regelen. Er is geen elektra, de huizen zijn niet verlicht en het water staat tot boven hun knieën.Het enige, naast het voor de bewoners sneu te vinden, waar ik me druk over maak, is mijn tas die onder in de bus ligt. Ik maak een snelle berekening. Het water staat 60 cm hoog. Het bagage ruim ligt ongeveer 50 van de weg. Hhmm, dat is een natte tas. Maar wat doe je er op dat moment aan? Helemaal niets natuurlijk. Als ik vroeg in de ochtend uitstap, blijkt dat de chauffeur zijn voorzorgsmaatregelen al had genomen. De tassen liggen boven in de bus. Zo droog als ik hem heb afgegeven.

Battambang, 23 oktober

Na een paar uur geslapen te hebben in de ochtend, wacht mijn tuc tuc annex gids me op voor een ritje. Veel toeristen slaan Battambang over omdat ze denken dat er weinig te zien of te doen is. Eigenlijk iedereen die aan cambodja denkt, denkt aan de Angkor Wat en dat is het. Nou dat is het dus niet, tot dusver zijn alle gesproken reizigers het roerend met mijn visie eens. Of andersom. Cambodja heeft een oud cultureel erfgoed, een grillig jong verleden, de mensen zijn zó aardig en het land heeft meer te bieden dan je denkt. Veel meer. Vandaag een vol programma tussen 1 en 6. Als eerste gaan we kijken bij het nationaal roemruchtige bamboe treintje. Een onderstel op de rails waar bamboe stokjes overheen liggen. Nadat de Khmer Rouge (KR) dood en verderf heeft gezaaid en alles 60 jaar terug in de tijd had geworpen, was dit een makkelijk vervoermiddel naar de Thaise grens en de hoofdstad. Vroeger met mankracht voortbewogen, nu met een brommer motor. Zo creatief. Een steile wandeling naar de tempel Phnom (berg) Sampov volgt. Altijd heerlijk bij 35 graden en 70% luchtvochtigheid.. Ik neem een kijkje bij de 'Killer Cave'. Klinkt leuker dan dat het is. De KR bracht hier zijn gevangen naar toe en niemand die het daglicht meer zag. De gids rijdt een km terug en dan stoppen we. We nemen plaats op een stenen muurtje en steeds meer mensen verzamelen zich rond ons. We staan voor de zogenaamde 'bat cave'. Tegen zonsondergang komen de vleermuizen tot leven en vertrekken met honderd duizenden voor hun nachtelijke maal naar de jungle. Een stroom van vladderende wezentjes verlaten de grot. Allemaal dezelfde richting heen, precies in lijn. Het fenomeen voltrekt zich elke dag en geeft over kilometers afstand een grijze wolk, richting de muggen voorraad. In de avond zoek ik één van de restaurants uit, die hun maatschappelijke verantwoording op zich nemen. De één steunt hiv/aids patiënten. De andere haalt kinderen van de straat en geven ze een interne opleiding in de gastvrijheid. Het zijn de kleine dingen die je kunt doen voor een groot verschil. Op het hoek terras van  een koloniaal huis is Gecko café gehuisvest. Na een snelle hap voeg ik me bij een Hollandse Wouter, die op zijn beurt weer met Tilburgse Wendy had afgesproken. Nog even 2 Zwitserse oppikken en we zijn klaar voor een avondje drankjes en kletsen.

Battambang, 24 oktober

Om kwart voor 7 sta ik al naast mijn bed. Gebeurt thuis dus echt nooit vrijwillig! Ik wil mijn buskaartje naar Siem Reap voor later die ochtend regelen maar helaas, de bus zit vol. Morgen dan? Ja, morgen om half 10. Ik begin dus met een ferme ochtendwandeling die begint bij de White Rose, ook weer zo'n goede doelen restaurant of MVO, hoe je het wil noemen. Mijn eerste bezoek brengt me naar Wat Sanker. Schijnbaar de oudste (Hindu) Wat van de stad. Afgezien van Angkor Wat dat door de KR als status symbool en machts symbool werd gezien, werden veel Hindu tempels in Cambodja vernield. Maar dit was niet het geval in Battambang. Dankzij een hoog geplaatse KR officier die gelegerd was in zijn eigen stad werd de vernieling voorkomen. Hindu tempels hoorde niet bij de gedachten gang van de rode rakkers. Maar doordat de officier de bevelen niet opvolgde om de Wats in zijn stad te vernielen, staan ze er heden ten dagen nog. Door de Garden of Sar Kheng loop ik naar Wat Kandal. Ik schuil heel even voor een kort buitje, leg een bloem op een van de mooie graven, waarom weet ik ook niet maar het leek me wel mooi gebaar en maak een praatje met wat monikken. Overal het algemeen hebben deze een goede opleiding verkregen in de loop der jaren dat ze zo'n oranje gewaad aan hebben. Ze zijn aardig ontwikkeld en ze spreken altijd Engels. Voordat de hoosbui over het centrum van Battambang over komt heb ik in de Garden of Eden (weer zo'n goed doel) al een heerlijke mango shake gescoord. Tilburgse Wendy komt binnen gelopen en we hebben zeker 2,5 uur nodig voordat we weer klaar zijn voor onze volgende bezienswaardigheid. Zij gaat de dagelijkse gang van een middelbare school bekijken. Ze is in Nederland lerares dus haar interesse gaat hier in het bijzonder naar uit. Ik ga weer verder naar mijn volgende Wat. De Wat Peapaho. Weet niet waar die interesse vandaan komt, maar vindt de architectuur altijd mooi. Ik kan de kunstige creatieve vormen, beelden en tekeningen altijd bijzonder appreciëren en in de serene rust vindt ik altijd een moment van bezinning. Terug gekomen bij het hotel heb ik een lang gesprek met een andere gids. Hij verteld me zijn levensverhaal. Ook hij heeft familie leden verloren. Hij heeft zijn vader, 2 broers en een zus nooit meer terug gezien nadat de KR ze hebben opgehaald. Op 10-jarige leeftijd werd hij van het westen van het land, naar het oosten getransporteerd. Alles om de families uit elkaar te halen... Uiteindelijk heeft hij jaren later zijn moeder weer gevonden. Met haar schaamte dat ze een KR soldaat moest trouwen, durfde ze niet meer naar hun oude dorp terug te keren. Ze is nu in goede gezondheid en al 82 jaar. Wat 20 jaar boven de gemiddelde leeftijd van een Cambodjaan ligt. Bijzonder triest verhaal in zijn geheel. Vol met armoede, hoop of geen hoop en een behoorlijk goed inzicht hoe het leven van de burger eruit ziet.

Battambang - Siem Reap, 25 oktober

Om 9 uur zit ik in de tuc tuc richting het busstation voor mijn trip naar Siem Reap. Ik ben de enige blanke in een lokale bus vol met Cambodjanen. Naast me komt een jonge moeder te zitten met een zuigeling. Zonder gene wordt haar borst van onder haar trui getoverd en wordt de bolle baby de hele reis met verse melk gevoed. Een dvd met karaoke wordt opgezet maar gelukkig laat niemand zich verleiden door een stukje mee te zingen. (Onnodig om te melden, dat ik niet echt een fan van dit fenomeen ben.) Een speelfilm die na-gesynchroniseerd wordt, is voor allen hilarisch, al snap ik geen fluit van wat er gezegd wordt. Aangekomen in mijn guesthouse 'Earthwalkers' met hun logo, dat van een voetafdruk, als zwembad, begin ik me rustig aan in te lezen over Angkor Wat en andere tempels. Wat me eigenlijk meer bezighoud, is de situatie in Thailand. Ik volg op een site continu, wat voor blogs er weer worden gepost om te kunnen achterhalen, waar er nog te reizen valt. 
Door het slechte weer van de afgelopen weken heb ik mijn keuze kunnen maken over Preah Vihear, de ander Unesco tempel aan de Thaise grens kan. Na jarenlang ruzie, is deze eindelijk beslecht, zijn er wat landmijnen opgeruimd en staan de legers van beiden landen niet meer linea direct tegen over elkaar om een ieder af te maken. Ok, weg is verre van goed, bijna 250 km om er te komen, kosten te hoog, keuze gemaakt. Ik ga niet. Terug naar het Thailand verhaal. Ik wilde graag een Mahout cursus gaan volgen. Dit is een trainingsdag om olifanten verzorger-bereider te worden. Beetje wassen, beetje voeren, beetje rijden én zeker niet onbelangrijk, je steunt de organistatie om oude en of verwaardloosde olifanten een mooi huis te geven. Maar met alle ellende die zich de afgelopen weken en waarschijnlijk aankomende weken afspeelt in het buurland, is er een klein logistiek probleem. Ik wil naar het noorden, naar Chiang Mai maar het centrum van het land is onder gelopen. Uiteraard zit ik in een luxe positie. Ik heb genoeg keuze om een andere kant op te gaan. Dit kan je echter niet van de lokale bevolking zeggen. 
Wendy, het Tilburgse meisje komt het guesthouse binnen gelopen. Ze is met de boot over komen varen. 3 x zo duur en 2 uur langer onderweg. Het lijkt de NS vs eigen vervoer wel. We laten ons inlichten over de tempels, het vervoer naar Thailand en toch nog even voor de zekerheid of Preah Vihear echt niet kan. Nee, Preah Vihear echt niet. Morgen met een gids op tempel tocht en tot dusver kan je nog steeds naar Bangkok reizen, en verder.. Afwachten dus en het nieuws in de gaten houden.

Angkor Wat (Unesco), 26 oktober

Mijn toetje, mijn toefje, mijn kers.. Ik ben er. De kroon op de reis door Cambodja. Met een omweg om de waterlast te omzeilen is het me gelukt om met droge voeten een meesterwerk te aanschouwen. De tuc tuc driver neemt de laatste bocht langs de slotgracht en leidt zijn gasten steeds dichterbij. Een stenen brug leidt ons over het water en we betreden heel voorzichtig, het blijft toch een heiligdom, de toegangspoort. En zie daar, aanschouw, vergaap en neem in me op: de torens van Angkor Wat. Beetje voor beetje, stap voor stap laten we ons meevoeren door de geschiedenis van het Hindoeïsme. De 5 Lotus torens steken 65 meter de lucht in en weerspiegelen hun schoonheid in de vijver vol cyaankleurige lelies. Opgedragen aan de Hindu god Vishnu, is bijna geen enkele meter in het tempel complex onaangeroerd gebleven en 'lezen' we de bas-reliëfs en graveringen in het zandsteen.
Na het middaguur en gedag te hebben gezegd tegen grote en kleine aapjes, doemt de zuidertoren van het Angkor Thom (groot Angkor) op. Op de toren staat, naar elke windrichting een vriendelijk gezicht in de oneindigheid te staren. We lopen van de ene verbazing naar de andere, als we 'Bayon' betreden. Het is zo fotogeniek dat je het liefst elke vierkante meter wil fotograferen. De torens zijn allen voorzien van gezichten maar er is er één met een mooie glimlach. Alsof het wil zeggen dat het weet, in wat voor schitterende en ongrijpbaar mooie locatie het staat. De reliëfs laten het dagelijks leven zien, spellen, het leven op de markt en oorlogen. We vervolgen onze weg naar Baphuon tempel, wat iets verder ligt gelegen. We maken een wandeling langs Phimeanakas (Royal palace area), een interessante zandsteen piramide maar die helaas de tand des tijds niet goed heeft doorstaan en daardoor veel van haar artistieke graveringen is verloren. Het was echter de 'Konings tempel' en had een gouden dak. Ernaast gelegen zijn 2 grote water basins. De grote voor de vrouwen (vanzelfsprekend) en de kleine voor de mannen. We lopen over het 'Terrace of Elephants'. Een indrukwekkend verhoogd plateau van 3 meter breed en 300 meter lang. Aan de zijkanten dienen de slurven van de olifanten als pilaren. Een dubbele terrasmuur ten noorden hiervan is de 'Terrace of the Leper king'. Het staat vol met demonen en mythologische wezens. Gegraveerd uiteraard. Tussen Phimeanakas en de oostelijke muur staan er 12 (tempel) torens die echter niet diende als zodanig. Elke toren was een gevangenis en afhankelijk van je leeftijd (geboorte jaar) werd je in de toren die gelijk stond aan je geboortejaardier (Chinese horoscoop) gevangen gezet. Als de delinquenten na een aantal dagen levend uit de toren werden gehaald, waren ze onschuldig. Waren ze gestorven of ernstig ziek dan hadden ze hun straf voor hun 'bewezen' misdaad betaald.
We rijden langs Thommanon en de piramide Ta Keo om als beste afsluiter, een bezoek te brengen aan Ta Prohm. De 'Tomb raider' tempel in de jungle. Overgroeide bomen domineren de tempel torens en schijnen te willen uitdragen dat ze nog steeds koning van het woud zijn. De gouden(!) wortels en stammen hebben zich sierlijk door de muren en over de daken gevormd. Soms overwoekeren ze een heel gebouw. Een bas-reliëf gezichtje, piept door 2 wortels heen en geeft een sprookjesachtige uitstraling. Dit is één van de eerste tempel projecten van koning Jayavarman VII geweest. Met nauwe donkere gangen maar met open pleinen was het één van de rijkste tempel complexen. Helaas zijn alle edelstenen en gouden bewerkingen verloren gegaan of gestolen (door Thaise tempelrovers).
De gids heeft zoveel verteld. We hebben honderden jaren geschiedenis in onze hersens gestampt gekregen. Het duurt waarschijnlijk even voordat de herinneringen een vaste plaats krijgen. We hebben zovéél gezien, zoveel indrukken opgedaan. Dit is echt zó mooi.. Dit mag je niet missen.

Angkor Wat (Unesco), 27 oktober
 
Vandaag heb ik de knoop doorgehakt. Het nieuws in Nederland over de aanwezige en aankomende watersnood ramp in de miljoenen stad Bangkok is triest minimaal. Zelfs in Cambodja verslaat het nieuws continu over de situatie daar. Beter daar op vertrouwen dat het summiere wat je via de normale kranten krijgt. De beslissing is gemaakt. Het einde van de reis wordt niet in Thailand (of misschien toch een beetje) gemaakt maar in Maleisië. Er zijn vee
l tegenstrijdige berichten over waar wel of niet te gaan maar beter het zekere voor het onzekere nemen.. 
Kan ik toch nog de Patrones Towers zien. Yippie. Misschien dat ik toch van noord Maleisië de grens naar zuid Thailand overga. In zuid Thailand is er (nog) niets aan de hand. Het zal ook geen last krijgen van het water maar wel van een logistiek probleem. Het hele land wordt namelijk via Bangkok bevoorraad. Als er niets vertrekt komt er, logischerwijs ook niets aan.
Goed, na deze keuze gemaakt te hebben, hebben Wendy en ik, want we gaan even samen verder reizen, dolenthousiast de informatie over Maleisië erbij gepakt. Verder zonnen we tussen de verfrissende regen buien door aan het zwembad. (het is onze officiële rustdag tussen 2 zware tempeltocht dagen). In de avond zijn we op een berg naar de zonsondergang bij de Angkor Wat gaan kijken en dompelden we ons onder in het bruisende Siem Reap. De aquaria in de stad zijn goed gevuld met mensen benen die als visvoer dienen. Kleine visjes nibbelen aan, tussen en onder de tenen voor een beetje voer. Vis massage, zoals ze het hier noemen.

Angkor Wat, grand tour (Unesco), 28 oktober
 
Om 04.30 uur(!) gaat de wekker. We gaan bij de sunrise bij Angkor Wat kijken. Moet toch wel een verdomd goede zonsopgang zijn, om mij zo vroeg mijn bed uit te halen. Het krieken van de dag, geeft een pasteltinten gekleurd doek als achtergrond van de grote tempel. Het kleurenspel is 100 keer mooier dan de zon, die zich niet veel later laat zien. Maar het is zeker de moeite waard om hiervoor je bed uit te komen. Het is bijna een gemis voor een mens, als je dit nog nooit in je leven hebt gezien. Als een van de eersten lopen we voor de laatste keer, de stenen brug over de slotgracht over. We beginnen aan een vroege 'grand tour' langs de tempels, die wat verder gelegen zijn. De meeste toeristen slaan dit ook over, omdat ze denken dat Angkor Wat en Angkor Thom de enige bijzondere en interessante tempels zijn. Positief voor ons, want we kunnen zonder al te lang te wachten onze fotootjes knippen zonder mensen erop. De eerste stop is bij Pre Rup. Hele andere stijl, mooi belicht in de gouden zonnestralen van de morgen en bovenop de tempel een vrij uitzicht over het verder vlakke landschap. 37 km verderop ligt Banteay Srey. De "Citadel voor vrouwen". Een zeer afgelegen tempel maar in prima staat. De roze zandsteen heeft een klassieke Khmer stijl en is kleinschalig opgezet. De 37 km terug achter in de tuc tuc geeft ons een inzicht (van een afstandje) in het dagelijks leven van de Cambodjaan. De kindjes in uniformpjes gaan naar school. In stenen bergen die als oven fungeren wordt eten bereid. Mensen fietsen, mensen komen op hun brommert langs gescheurd, kinderen vissen in de overgelopen velden en de honden steken over wanneer ze willen. De rijsthalmen zijn groen en af en toe staat er een beboste berg in het landschap. Alsof het er is neer gezet voor de afwisseling. Teruggekeerd op onze route brengen we opeenvolgend een bezoek aan East Mebon, die op elke hoek van het complex stenen olifanten heeft staan, Ta Som wat herinnerd zal worden als een rommel tempel. De 'puzzel' is niet goed terug in elkaar gezet. Bij Neak Pean worden we met vragen overstelpt of we willen eten, drinken, waar we gaan eten of we een boek willen kopen, niet deze dan maar deze misschien? Of we een fluit willen, een papieren sleutelhangers, een magneet voor op de koelkast, een sjaal, een t-shirt? 'Een kijkje in mijn winkel dan?' Een schilderij? Een foto? Een armband? Een tekening? 10 kaarten voor een dollar? We worden met 5 gillende meisjes begeleid naar de restaurantjes op een rij. Iedereen roept zijn nummer waar we moeten eten. Er staat een dame bij nummer 9 die lief naar ons lacht. Niemand heeft nummer 9 geroepen. We lopen naar binnen en de rest druipt af. Een klein ventje, wil perse van zijn 10.000 Laotianse kippetjes biljet af. Hij heeft welgeteld 37 keer gevraagd 'Can you change? One dollar.
No. No. No. Noop. (herhaal dit nog even 30 keer) 'Stop met vragen.'  'Nee, ik kan ook niets met dat geld.' 'Je moet van jou probleem mijn probleem niet maken.' 'Ga maar bij die toeristen vragen.' 'Je bent vervelend, ga nu maar weg.' 'Zo ben je niet opgevoed.' 'No'. Ons geduld werd flink op de proef gesteld maar na een half uur gezeten te hebben en minus 5 minuten het jengelend kind aan tafel te hebben gehad, was het gelukkig tijd om te gaan. Hij achtervolgt ons nog even, totdat we het terrein af lopen. 'No no no.'
Via een lange loopbrug komen we aan bij aqua Best, Neak Pean. Het grootste gedeelte van het tempelcomplex staat onder water. Er is niet zoveel te zien. De laatste stop is bij Preah Khan. Het grootste complex van deze dag. Er staan 2 stenen wachters bij de poort. Onthoofd weliswaar maar de ene zweert erbij, want die heeft zijn hand op zijn hart. Beide hebben rustende handen op hun zwaard. Het langwerpige tempelcomplex, kenmerkt zich door nauwe gangen met mossige muren. Buiten hebben er verschillende kanaaltjes vol gestaan en zo het 'zwem'bad, voorzien van water. Verschillende bomen hebben ook hier hun wortels geschoten en bede men de daken met hun gouden wortels. Voor goede karma stap ik altijd over de rij mieren heen die de dagelijkse gang, dag na maand, na jaar, na eeuw blijken te maken. Iedereen volgt dezelfde route, niemand loopt buiten de maat. Schijnbaar sta ik toch te lang op iemand zijn territorium en wordt door een groot zwart exemplaar in mijn enkel gebeten. Nou ja, altijd beter dan door een Rabiës hondje. Een beetje gaar maar bijzonder voldaan laten we ons als prinsesjes achter in de tuc tuc weer terug brengen naar het guesthouse. Beide tevreden over 3 dagen tempeltochten ziet het zwembad er weer uitnodigend uit. Na al die liters water die als pareltjes op het voorhoofd hebben gestaan en als Thaise rivieren over mijn rugwervel hebben gelopen.