Argentinië 2012

Iguazú watervallen, Argentinië

Puerto Iguazú, 22 maart
 
Over het algemeen verwacht ik bij een grensovergang geen schokkende cultuurverschillen. Ook hier niet. Enigzins ben ik een beetje teleurgesteld over het vooruitstrevende Argentinië, althans dat heb ik voor ogen, dat meer aandacht (geld) zou mogen spenderen aan de infrastructuur. Op een of andere manier heb ik toch het idee dat, status en uitstraling iets is wat de inwoners graag in meerdere factoren willen uitdragen.
 
Zoniet in het kleine dorpje wat groot is geworden door 1 van de 7 natuurlijke wereldwonderen. Hip en trendy restaurants staan naast verlaten, door ijzeren hekken afgesloten winkels. De straten zijn rood gekleurd door naar het lijkt, een langs gescheurde modderstroom. Vanaf het busstation daal ik af in de Misiones Av. en bel aan bij Timbo posada. Mijn verblijf voor vandaag. Mijn slaapplek is heerlijk ruim en heeft niets weg van de vrouwengevangenis El Misti in Rio. De badkamers zijn kleine balzalen en zijn zelfs voorzien van een bidet. De tropische tuin met palmen en limoenen die groeien aan de bomen, worden gesierd door een zwembad(je). Het is een komen en gaan van jonge stellen die in het tuinhuis hun eten komen bereiden. Ik zie voor het eerst op dit continent mijn vertrouwde vriend weer: de kleine Gecko alias 'de Muggeneter'. Morgen weer op bezoek bij de watervallen.

Carataras Iguazú (Unesco) | Puerto Iguazú - Buenos Aires, 23 maart
 
We worden bij het ontbijt aan tafel voorzien van vers geperste jus, gesneden brood, fruit, koffie met warme melk en een stukje cake. Ook hier serveren ze de caramel-honing fudge, wat ik vanaf nu gewoon bij de naam noem: Dolce de leche (zoete melk, ingekookt als karamel). Bediening aan tafel? In een hostel? Het moet niet gekker worden, maar het bevalt prima. Tegelijkertijd krijg ik mijn eerste les Spaans van mijn kamer,- en tafelgenoot uit Mexico. Ze komt uit Mexico-stad cq Acapulco en ik vraag haar naar de criminaliteit van het land en de onlangs gedropte hoofden die het nieuws haalde. 'Het is onderwereld tegen onderwereld, als burger heb je daar niet zoveel mee te maken.' verteld ze. Mijn vooroordelen verdwijnen bijna als sneeuw voor de zon. Natuurlijk is het zo dat je de negatieve aspecten van een land makkelijker onthoud dan de positieve. 'Hhmm, Mexico?'
Onze wegen scheiden zich later als ze richting Paraguay gaat en ik de Iguazú watervallen van de Argentijnse kant ga bekijken. Het is fantastisch weer. De zon schijnt, met hier en daar een wolkje. Die fotoshoot bij het vallende water moet goed komen vandaag. Het is geen hoogseizoen. De rij wachtende mensen bij de loketten is ook binnen 10 minuten opgelost nadat er een buslading is afgeleverd. Ik heb niet veel tijd vandaag want om kwart voor 6 vertrekt mijn bus naar Buenos Aires en die wil ik niet missen. Al is het alleen maar om het peperdure kaartje niet te verliezen. De pas word er flink ingezet om het treintje van half 10 te halen die me afzet bij Garganta station. Daar aangekomen ben ik blij dat mijn voet weer helemaal de oude is en maak me klaar voor een wandeling van 1.1 km (heen) naar Garganta del Diablo. Grote Meervallen van een meter lijken net zo nieuwschierig naar de op de brug lopende mensen te kijken, als de bezoekers naar hen. Ik durf te zweren dat ze echt geconcentreerd naar die voorbij wandelende kleurenpatronen kijken en die staart die kwispelt net zo lief, alsmede ze zich daarmee in de stroming op hun plek houden. Verschillende schildpadden hebben een plekjes gevonden op stenen boven het wateroppervlak. De watermassa hoor ik al bulderen en ik krijg letterlijk kippevel als ik de immense watermassa even later in de diepte zie kletteren. Wat een volume, wat een lawaai, dit is de natuur op haar best. Dit kan James Cameron in zijn stoutste fantasiën nog niet nabootsen. De loopbruggen, uitkijk pontons en sommige wandelpaden zijn gemaakt van rasterwerk, waardoor je op veel plekken ook naar het onderstromende water onder je kan kijken. Een dame op zwart Gucci schoenen met stiletto hakken was denk ik van te voren niet ingelicht over deze manier van wandelen. Ik voel een jaloerse blik als ik haar met een hoog tempo op mijn slippertjes inhaal.
 
Ik spring weer in het treintje en stap even later uit bij het Cataratas station. Via een vuurtoren (?) loop ik naar het 'lower circuit' wat me naar de Lanusse en Alvar Núnez watervallen brengt. Ja, leuk. Niet echt spectaculair. Zeker niet na wat ik net heb gezien. Maar dan zie ik op een rij: de Bossetti, Adam & Eva, Gpque Bernabé Méndez, Mbigua, San Martin, Escondido, Rivadavia, Belgrano en Mitre watervallen op een rij én in de verte de Garganta del Diablo waar ik net was. Een paradijs van water in een paradijs van groen. De val van het water veroorzaakt zoveel wind dat de lange grassprieten glanzend van de druppels, wuivend onderaan op het vlakke onder gelegen gedeelte staan. Plots sta ik op de plek waar veel fotografen hebben gestaan om dit beeld te vereeuwigen. Wat is dit mooi zeg! Je geloofd bijna niet dat dit bestaat in de wereld. Niet in deze vervuilde en gecultiveerde wereld iniedergeval. En of het kippenvel van schoonheid der natuur nog niet voldoende op me hebben ingewerkt, komt daar ook nog een collectie neusbeertjes (Coati's) aangedrenteld. Was die ene in Brazilië al heel speciaal, nu lopen er ook geblondeerde exemplaren bij, die zeker net zo nieuwsgierig zijn. Via het hekwerk balanceren ze richting misschien een middag snack. In slowmotion weten ze op de balk een pirouette te draaien en gaan richting de andere kant. Misschien is daar wat..? Ik zou er zo één in mijn tas stoppen.
 
Gelukkig door mijn snelle pas heb ik nog alle tijd om ook het 'upper circuit' te lopen. Ik laat de beertjes verder spelen in de bossen en zie even later onder mij, dankzij het hoger gelegen pad van raswerk, een soort varaan of kleine alligator lopen. Ik ben beter op mijn gemak bij een blauwe vlinder die zich graag laat fotograferen en spot daarna nog een groene 'Iguana Iguana' hagedis. Met een laatste blik op de Dos Hermanas en Chico watervallen is het tijd om te gaan. Een waar paradijs. Het park lijkt wel uitgestorven. De tourgroepen zijn of al naar huis of nog ergens in het park. Ik ga me opfrissen bij Timbo en ben klaar voor mijn (gehaalde) Singer busreis van 16 uur naar Buenos Aires.

San Telmo | Buenos Aires, 24 maart
 
Na een intensieve busreis en mijn weg weer te hebben gevonden bij het Retiro busstation en de ondergrondse, ben ik aangekomen bij de Art Factory. Dit hostel, zoals de naam al een beetje doet vermoeden, is gevestigd in een oude kunstgalerij. De straat waar het is gevestigd doet aan Parijs denken en warempel, ik had het nog niet gedacht of loop langs de 'supermercado' Carrefour.
 
Ik betreed de statige wit marmeren trap naar de ontvangst hal van het hostel. Een mooi gelegde parket vloer brengt de rust zodat de kunstwerken op en aan de muur hun gewenste uitwerking hebben. Design lampen hangen aan het plafond maar de dubbele paneeldeuren en de ensuite horen origineel bij het pand. Door heel het gebouw hangen schilderijen; modern, surrealistisch, donker, provocerend, vrolijk en sommige geven stof tot nadenken. Het dakterras is voorzien van zitjes, een bar en heeft onder een afdakje een paar hangmatten. Niet geheel in goede staat maar de schoonheid er nog van in kunnen zien, zijn de badkamers. Met witte metro tegeltjes zijn de ingebouwde kasten van marmer gecombineerd. Een grote wastafel heeft de authentieke kranen. Die zijn helaas in een staat van ontbinding zijn, door het veelvuldige gebruik. De ambiance is creatief. Een fijne plek om in deze Europese- Zuid Amerikaanse stad te zijn.
 
In de straat komt een staartstuk van een protest langs gemarcheerd. Een paar straten verder is de originele protestgang bezig. Vrouwen, mannen, kinderen en jeugd. Ze zijn niet tevreden over hoe de onderdrukking van het geweldadige rigime een aantal jaren geleden is afgewikkeld. Er zijn nog te veel vragen. Te weinig antwoorden. Mensen zijn kwijt. Eerder in de metro was er ook zo'n 'dwaze' moeder. Althans dat begreep ik, maar verder jammer genoeg niets van haar relaas. Wit blauwe vlaggen worden gezwaaid en op de trom wordt geroffeld. Buenos Aires leeft.

Plaza Dorrego, antique markt San Telmo | Buenos Aires, 25 maart
 
Via mijn straat Piedras, sla ik af naar Venezuela en loop een halve km verder de bekende zondag markt van
Indepencia cq Plaza Dorrego op. San Telmo is een kunstenaars, antiquariaten en tango wijk. Dankzij deze mix is de straat voor 4 km gevuld met artistiekelingen die hun werk aan de man brengen. Gekleurde oude soda flessen staan te blinken in de zon. De bewerkte kalebassen waar de 'matè' (geliefd zuid Amerikaanse kruidenthee) uit gedronken wordt, zijn in verschillende varianten te vinden.
Kunstenaars tonen hun fotografisch oog door hun kleurrijkste foto's te verkopen. Schilders gebruiken de verhitte dans tussen 2 geliefde, de tango, graag als uitgangspunt. Straatmuzikanten, toneelspelers, marionetten spelers en standbeelden maken de straten zo nog levendiger dan dat ze al zijn. Empanada's, cakjes, koffie, mate en dolce de leche in een ijshoorntje worden door straatventers aan de man gebracht. Vrolijke jurkjes, luchtige rokjes, Alpaca vestjes, witte hoedjes, ik moet ze allemaal laten liggen.
 
Aan het einde van de markt loop ik het bekende Plaza de Mayo op. Ook hier hangen spandoeken met vragen en spreuken. Op de Plaza is namelijk (op z'n Parijs aangelegd door mijnheer Haussmann), het regerings gebouw gelegen. Of 'Casa Rosada' ivm de kleur.
 
Via de brede Roque S. Perla avenue loop ik naar de Av. 9 de Julio. Op Plaza de la Republica staat de bekende obelisk. Hét nationaal historische monument én het icoon van de stad. Volgens wat opgesnorde informatie moet dit met wat licht reclames aan de zijkant van de brede avenue, voor de zuid Amerikaanse Times Square doorgaan. Maar ja, dat kan er natuurlijk maar één zijn. Er hangen ongure types rond. Een beetje zwervers, een beetje louche straatverkopers, groepen jongeren. Ik maak een rondje langs het (ietwat saaie) monument en vertrek zonder mijn stadsplattegrondje raad te plegen richting mijn Art Factory. Ongelofelijk handig zo'n Adobe systeem als stratenplan.

Recoleta | Buenos Aires, 26 maart

De temperatuur in de stad is gedaald en daarmee ook het vochtgehalte in mijn voeten. Als mijn hersenen het signaal 'tenen wiebelen' doorsturen, zie ik weer pezen, spieren en zelfs weer aderen in mijn voeten bewegen.

Ik ben toe aan wat kennis. Niet over natuur en cultuur maar aan taal dit keer. Op dit zuidelijke continent kwam ik er al snel achter dat Engels bij de inwoners hier geen 2de taal is. Dus wat doe je dan als Hollander: je past je aan. Samen met mijn Deense kamergenootje Olivia, ga ik een gesprekje voeren bij een Spaanse taalschool. Olivia heeft al wat ervaring en neemt plaats in een gevorderde klasje en zit tot in de middag op school. Ik ben afgezien van mijn noodzakelijke woordjes en beleefdheidszinnen, zo groen als gras. Ik mag morgen starten. Van 10 tot 2 zit ik de rest van de week in de schoolbanken maar nu heb ik tijd voor weer een excursie.

Ik ga richting Recoleta waar de beroemdste begraafplaats van Buenos Aires is. De metro is een stuk sneller maar ondergronds voel ik het levendige Buenos Aires (BA) niet. Naarmate ik meer richting Ricoleta, de begraafplaats, kom wordt het steeds groener. Ik vindt niets fijners om in de betonnen jungle van grote steden wat zuurstof-voorzieners in de vorm van fotosynthese te zien. Achter een gigantische Ombúes (zuid Amerikaanse boom) die ondersteund moet worden door ijzeren pilaren, doemt daar het 'luxe' dode verblijf op. Afgezien van rijke mensen en regeringsleiders ligt hier ook Eva Peron begraven. Of bij het grote publiek beter bekend als Evita. Recoleta is geen gewone begraafplaats. Je kan amper van het woord "begraaf" spreken. Boeren, burgers en buitenlui zijn hier niet te vinden. Alleen de rijkere met grootheidswaanzin die schijnbaar dachten dat ze wat betekende in de wereld, lieten zich hier 'wegzetten'. Er is geen gras en er zijn geen stenen. Deze laatste rustplaats bestaat louter en alleen uit kleine overdekte altaren, huisjes en kleine kerkjes. Het is een klein dorp met kleine huisjes. De straatjes sluiten nauw aan aan de entrees waar de dubbele deuren gesloten blijven door grote hangsloten. Sommige 'huisjes' zijn verwaarloosd en in verval. Nieuwbouw staat te pronken maar deze bestaan over het algemeen uit marmer en niet uit gestuukte stenen. Poezen met verschillende maten en kleuren zorgen voor wat leven in de brouwerij. 'Volg de menigte', is de tip om de bijzetting van Evita Peron in haar familiegraf te vinden. Hier geen overdreven hooghartigheid maar een bescheiden familiegraf op Recoletse stijl, in een rijtjeshuis. Met verschillende gedenksteentjes met het silhouet van de president vrouw erop wordt ze hier herdacht.

Als afsluiter van de dag, krijg ik een 'cadeautje' van mezelf in de vorm van een heerlijke koffie 'dolce de leche' bij de Starbucks. Na 2,5 uur puzzelen ben ik eindelijk dan zover. Ik heb een planning gemaakt voor de eerst volgende week. Vrijdagavond neem ik de boot naar Uruguay, waar ik zal aankomen in een koloniaal stadje, toepasselijk 'Colonia' genaamd. Daar verblijf ik een aantal nachtjes en vertrek dan door naar de hoofdstad van Uruguay; Montevideo. Na een kleine week hier te zijn verbleven, ga ik op een dinsdag weer terug naar BA, verblijf in een hostel tussen de haven en het busstation en vertrek de volgende dag naar Mar del Plata, zuidelijker aan de kust. Het kost veel tijd om alles uit te zoeken: waar te zijn, waar op te stappen, waar te slapen, waar terug te keren. 'Iemand die zegt dat reizen makkelijk is, heeft het zeker nooit gedaan.'

La Boca | Buenos Aires, 27 maart

Daar zit ik dan. Mijn eerste schooldag sinds jaren. Braaf ben ik op tijd aanwezig en ben voorbereid in de zin van schrijfwaar bij me te hebben. Ik heb samen met een Indiase jongen uit London bijna privé les. In het voorstel rondje moet ik meteen vertellen hoelang ik al onderweg ben, hoe de route is verlopen, wat de totale reis is en waar ik verblijf. Nogmaals: zo groen als gras... Het enige wat ik vloeiend in het Spaans kan, is een groot Nederlands ijsmerk als begroeting roepen en 2 bier met brood en knoflook bestellen. ..en de rekening por favor.. Na twee en half uur gaat het me letterlijk duizelen en die stomme Engelsman is met zijn 2 jaar internet cursus Italiaans veel verder dan ik.

Olivia en ik lopen na de les samen terug naar het hostel om een Amsterdamse op te halen die ik gisteren in het tegen kwam. De middag staat in het teken van La Boca. Een gedeelte van BA waar onder andere de voetballer Maradona groot is geworden (bij de Boca juniors). De wijk staat als 'heel slecht' bestempeld. Op verschillende kaarten staat dat de toerist daar niet moet komen; 'unsafe area'. Ook de receptie waarschuwt geregeld gasten, als ze vragen hoe ze er moeten komen. We nemen alleen het hoognodige mee en stappen in de bus richting de gevreesde maar ook een kleurrijk bachio (wijk). Op de weg er naar toe staan de koloniale gebouwen met bewerkte timpanen glorieus tussen hoogbouw en ruw terrein. De meesten huizen zijn ernstig verwaarloosd maar als we uitstappen bij 'Caminito', de straat waar La Boca bekend om is, komen de kleuren ons tegemoed. Met primaire en primaire kleuren zijn oude huizen, die vooral van beton en golfplaten zijn gebouwd, vrolijk opgesierd. Boven de kroegen, restaurants en winkels hangen grote borden die verwijzen naar de wijk en de geliefde tango. We houden ons allen aan de verwijzing die we hebben gekregen, dat we niet buiten de toeristische paden gaan. Er lopen busladingen toeristen en zolang we daar bij in de buurt blijven, is er niets aan de hand. Op elke straathoek staan er 2 politie agenten te controleren. Met in het achterhoofd dat dit ook niets voor niets is en de waarschuwingen die wij als leken ook niet in de wind willen slaan, lopen we een beetje ongemakkelijk door de wijk heen. Het is daarbij veel te toeristisch en de wijk heeft hierdoor zijn eigen identiteit verloren. Een nep Maradona beweegt mensen ertoe om samen met hem op de foto te gaan. Er staan verschillende houten borden waar je je hoofd als in een guillotine door heen kan steken. De fotograaf maakt een kiekje alsof het lijkt dat je met iemand de tango aan het dansen ben.

Er lopen veel honden op straat. Net als in de rest van de stad vinden de bewoners hondenpoep niet ergerlijk en laten dan ook alles liggen. We maken ons rondje af en stappen weer de bus in. Met gemengde gevoelens kijken we hier op terug. Leuk om gezien te hebben maar eigenlijk zijn we alleen gaan kijken omdat iedereen zegt, 'dat je even in La Boca moet gaan kijken.' Als ik wist wat ik nu weet, had ik die opgeschilderde krottenwijk met dat hoge criminele gehalte gelaten voor wat het was.

Palermo | Buenos Aires, 28 maart

Braaf zit ik weer samen met Anab, de Londonse-Indiase prins in de klas. (Hij is niet stom, alleen veel verder met zijn taal dan ik) We moeten vertellen over onze 2de naam en hij verteld dat er koninklijk bloed door zijn aderen stroomt. Ik ben snel uitgepraat over de mijne. We gaan verder met waar we gisteren gebleven waren. Ons huiswerk wordt nagekeken en ik ben blij, dat als het een test zou zijn geweest, ik zou zijn geslaagd. We oefenen vervormingen van werkwoorden en leren te tellen en getallen boven de 1000 te noemen. Halverwege worden we gestoord door een manifestatie die plaats vind op de 9 de Julio Av. Welke de breedste straat ter wereld is en precies achter het Franse balkonnetje van ons kleine klasje gelegen is. De politie zorgt ervoor dat er geen auto's rijden op de plekken waar de mensen met spandoeken lopen. Dit keer demonteren ze voor betere lonen.

Als onze intensieve schooluurtjes er weer opzitten, ga ik een bootkaartje naar Uruguay regelen. Online is dit niet mogelijk omdat ik niet over een Argentijns ID nummer beschik. Ik moet dus persoonlijk een kaartje regelen bij de maatschappij. Dat in de pocket, ga ik richting Palermo, één van de betere wijken van de stad met veel groen, parken en een dierentuin. Ik maak een wandeling door het 'Jardin Botánico Carlos Thays' park, wat vol zit met katachtigen. Schijnbaar zijn de eerste van deze feline hier door hun baasje gedumpt. Maar ach, ze hebben met hun gigantische territorium wat vol staat met inheemse bomen, plantensoorten en oude kassen, een veel beter bestaan dan de gemiddelde asielkat die 1 vierkante meter (als ze geluk hebben) leefruimte heeft.

Via de plaatselijke Jardin Zoológico loop ik langs de brede Av Santa Fe en duik een gewone straat in, die me uiteindelijk leidt naar een parkje waar ouders met hun kinderen aan het spelen zijn. Nu ben ik niet echt onder de indruk van een draaimolen waar al die gierende kinderen de tijd van hun leven hebben en in deze stad met hun blote voeten door het gras (en de hondepoep) kunnen lopen maar het geeft wel aan dat deze wijk heel leefbaar is. Er staan 2 kleine rode tafeltjes met 2 nog kleinere rode krukjes op de brede stoep. Ook dat is een verademing want in 'mijn' wijk San Telmo zijn de stoepen zo smal dat je nauwelijks met 2 personen naast elkaar kan lopen. Iets uitwijken kan resulteren in een gebroken arm ivm de autospiegels die rakelings voorbij razen. Ik ga even binnen kijken bij 'Krishna' een Indiase tent. Menigeen zal het, nu hier in Argentinië zijnde, niet met me eens zijn dat ik het vlees eten heb afgezworen, want laten we wel wezen, hier eet je de beste steaks van de wereld. Ik voel me nog steeds niet verplicht om me te gedragen naar meningen van anderen en ga dus multicultureel bij het andere werelddeel naar binnen en bestel een echt Indiaas broodje. De temperaturen zijn weer wat opgelopen en ik snuffel door mijn LP als ik rustig in het zonnetje op het terras zit, wachtend op de lekkerste snack die ik ooit van mijn leven gegeten heb. Mede door het hete sausje wat toch zoet is.

Na mijn buikje weer gevuld te hebben sla ik af naar de straat Costa Rica. Wow! Wat is dit een fantastische wijk. Zoveel groen, zoveel cafés met een geweldige ambiance. Leuke ingerichte restaurantjes. Mijn hart gaat sneller kloppen van naar wat lijkt een oud boekenzaakje of een persoonlijke bibliotheek is, met daarin wat tafeltjes en een wijnbar. Als ik voor een magazine had gewerkt en ik had een stad mogen fotograferen en een wijk die leeft mogen beschrijven, dan werd het definitief Palermo. Er zijn hippe schoenenzaken die maximaal 40 paar in de winkel hebben staan maar het interieur is om van te smullen. In de Franse (architectuur) panden, staan op de eerste etages de blindes open waardoor zon en wind naar binnen komen. Erachter staan tafeltjes met mensen die gezellig aan een glaasje zitten. Hoek panden die rond zijn afgewerkt, zijn geverfd alsof de hele straat een make-over heeft gekregen waar je een perfecte Feng Sui vibe van krijgt. Geweldig. Wat een heerlijkheid om hier te lopen met een zonnetje die aan het eind van de middag wat zachter wordt. Een zachte bries die de bladeren aan de stadsreuzen doet ritselen. En de stoep die schoon, volledig en breed is. 'Ik ben verliefd op Palermo!'

Palermo | Buenos Aires, 29 maart

Het is druk op straat. De één-richting straten staan vol met auto's die geen kant op kunnen. Bij aankomst in BA een aantal dagen geleden, was het zaterdag. Op zondag was het markt en ik stond er eigenlijk niet bij stil dat er niet zoveel verkeer reed. Maar het werd maandag.. En toen bleken in één keer een paar miljoen forenzen in de auto te zijn gestapt die aan het verkeer in het centrum wilde deelnemen. Vandaag is het nog drukker. Beter gezegd, het is een chaos.

Betonnen blokken met stevig ijzerwerk staan langs de Avinida. Ik heb de afgelopen dagen gedacht dat dit er standaard stond en gold als een bescherming van voetgangers mocht een auto een stuurfout maken. Dat is echter niet waarom ze er staan. Er is mij net verteld, dat er aanstaand weekend een autorace door de stad is. Nee! Heb ik net mijn kaartje voor de boot geregeld. Ben ik hier helemaal niet van het weekend...

Aangekomen in de klas is er enorm veel geluidshinder van de toeterende taxi's, vrachtwagens en auto's. Er zijn 2 zijwegen afgesloten voor werkzaamheden en een deel van de belangrijke straat voor weer een demonstratie. Na school loop ik terug en er staan ook verderop mensen klaar om te demonstreren. Nu één met afbeeldingen van Che Guevara op de spandoeken. Ik kan helaas (nog) niet opmaken waarvoor deze demonstratie in het leven is geroepen.

Ik neem de metro richtng Palermo, want 'mi gusto' Palermo. Ik volg mijn route en heb de camera om mijn nek. Het is al later in de middag en de zonnestralen vallen letterlijk door de bomen heen. Wat een wellust aan kleur en charme. Ik slenter langs de zaakjes die ik gisteren ook heb gezien. Het licht is perfect en heb alle tijd om de foto's te maken die ik wil. Op de terasjes zit een mengeling van toeristen, stelletjes, vrienden aan het bier en vriendinnen aan de wijn. Het lijkt alsof de wijk zijn eigen leven lijdt en heeft bepaald dat het de charme van grandeur wil behouden. Tram railsen hebben de tand des tijd doorstaan en liggen tussen de kinderkopjes. Er is geprobeerd de straat te asfalteren maar dit heeft geen lang leven beschoren gekregen. Er is een mozaik onstaan tussen het verleden en het heden. De kledingwinkels doen qua uitstraling niet voor elkaar onder en de bohemische stijl die de omgeving daardoor uitstraalt maakt een vrouw al gelukkig zonder iets te kopen.

In de late spits besluit ik terug te gaan. Samen met honderden Argentijnen prop ik mezelf in de metro en voel me even een inwoner van de stad. Ik ga al zo op in de menigte dat mensen denken dat ik 'erbij hoor'. Mijn Spaanse lerares is goed maar ze kan geen wonderen verrichten door me binnen 3 dagen vloeiend de taal te laten spreken. Ik moet me verontschuldigen tegen een man die wat komt vragen, want versta de taal met die enorme snelheid waarmee het gesproken wordt nog niet. Maar ik voel me thuis in BA. Ik weet dat de bakker om de hoek dinsdag een taart met chocolade glazuur in de vitrine heeft gezet en deze er op donderdag nog steeds staat. Ik ken 6 verschillende gezichten van de medewerkers bij de Starbucks. Op de hoek van 9 Julio Av. staat elke morgen dezelfde jongen die flyert voor een tandarts die tanden bleekt. Bij het metro station van Plaza Italia zit al 2 dagen dezelfde man in de late dienst. Ik weet dat als het donker wordt, er op de hoek van de straat vuil wordt verzameld door werklozen en weet ook dat hoe later het wordt de berg wordt onderzocht op nuttige spullen door mensen met nog minder geld. Bekent is welke stoplichten niet werken en wat de prijzen per hora, diaz en mes (uur, dag, week) zijn bij de parkeerplaatsen.

Buenos Aires, 30 maart

Mijn laatste dagje school. Voor de verandering staat er weer een hele menigte klaar op straat om te vertellen waar ze het dit keer niet mee eens zijn. Zijn de Argentijnen nu nergens tevreden mee of is het een betaald beroep wat je kan uitoefenen? Anab en ik hebben weer onze dagelijks portie huiswerk gemaakt en geroutineerd kijken we het na met onze lerares Maria. Verschillende conversaties ontstaan. Ik begrijp al 70%, dat is als Maria op rustig tempo praat, van de verhalen. Spreken gaat nog moeizaam omdat de belangrijkste werkwoorden nog niet in mijn hoofd zitten. Het was een goed idee geweest om nog een week les te volgen maar ik voel dat ik uit mijn 'comfort zone' moet komen.

Meestal word ik een beetje springerig als ik een langere tijd op dezelfde plaats blijf zitten. Hier in Buenos Aires heb ik daar geen last van. Er is echter op het continent nog zoveel te zien en te doen dat ik echt verder 'moet'. Na onze laatste les nemen Anab en ik afscheid van elkaar. Misschien dat we elkaar nog tegen komen in Bariloche, het merendistrict in het zuiden van het land.

Met Oliva ga ik nog even naar de Starbucks. Gisteren een mocha blanco latte besteld en dat was een overkill aan suiker dus ben even genezen. Ik vertel haar dat ik gisteren met mijn Noorse kamergenoot (ben inmiddels verhuisd van kamer) een gesprek had over de verandering van haar natie. Ze vertelde me dat sinds Breivik is opgepakt de bevolking hem probeert te negeren. Struisvogel politiek, zoals je het kan noemen. Er is een supermarkt keten begonnen met de kranten om te draaien als hij weer voorpagina nieuws was. Dit is opgepakt door andere verkooppunten. De bevolking weigert Breivik ook maar 1 vorm van aandacht te geven. De verhalen worden wel gelezen maar er wordt niet over gepraat. Volgens Olivia was er een producent die het eiland voorval wilde opnemen in een scène van een toneelstuk. Dat als soort verwerking of het boven brengen van onderdrukte gevoelens moet stimuleren. Op het moment is daar nog niets van gekomen.

In de middag nemen ook wij afscheid van elkaar en zij vertrekt met mijn aanwijzingen over Palermo richting de 'subte' (metro). Ik neem op aanwijzen van de receptie en de lerares een taxi naar de haven. De haven is namelijk gelegen in La Boca en zoals bekent, niet veilig. Ik ontdek weer nieuwe delen van de stad en het bevalt me nog steeds.

*** Lees verder bij Uruguay ***

Vanaf 4 april weer terug in Argentinië

Colonia | Uruguay - Buenos Aires | Argentinië, 4 april
 
De taxi's staan in rijen te wachten om de passagiers, komende van de boot te vervoeren. Ik wordt afgezet bij mijn geboekte hostel. In de bus probeerde ik op de stad plattegrond al te vinden waar het was, omdat ik overtuigd was dat het boven Av. de Mayo lag. Ik kwam erachter dat het nét boven Av. 25 de Mayo ligt, iets compleet anders en betekent dat het op de scheidslijn van San Telmo en La Boca, de armoede wijk ligt.
 
Ik moet 3 keer bellen voordat de buzzer van de deur ontgrendeling klinkt. 'Er is iniedergeval beveiliging, dat is één.' Ik sta binnen voor de receptie en nergens is iets 'jeugdigs' terug te zien. Geen posters met tangolessen, geen kunstwerkjes, geen brochures of wereldkaart, geen groeten van.... die je eigenlijk altijd in een hostel ziet. De bolle man met vettig haar die achter de receptie staat, spreekt bijna geen Engels en weet niets van mijn reservering af. Toch sta ik in het goede hostel. Iemand anders wordt erbij geroepen om mijn verhaal te vertalen. Ik moet maar even gaan zitten. De lange gang waar ik in kijk straalt nul uit en de stenen vloer is smerig. De kamers of dorms zitten aan de rechterkant van de gang. Er staat een ronde tafel tegenover de receptie. Er zit een jongen van in de 20 naar de televisie te kijken. Zijn pakje sigaretten liggen op tafel. De receptionist heeft het geregeld en houdt een sleutel omhoog. 'Of ik wil betalen?' 'Nou laat eerst de kamer maar eens even zien', zeg ik. We lopen door de lange gang. Er ligt een dode kakkerlak op de vloer. We lopen langs de keuken, die perfect voldoet aan Aziatische maatstaven maar niet aan die van Argentinië. Er staan wat camping branders in en als je al het vet van de muren en plafond schraapt, heb je zeker 5 kilo Ossenwit. We lopen een donkere trap op. We lopen nu buiten en de was wappert aan de lijn. Mensen logeren hier niet, mensen wonen hier.  Mijn kamer grenst aan buiten en de man opent de deur. Het is niet de dorm die ik heb geboekt maar een kamer met 1 bed. De muren zijn grijs en het kalkwerk valt ervan af. Het matras en de bed bodem zijn doorgezakt. Het is meer een peeskamer dan een slaapkamer. Ik ga niet eens naar binnen en zeg dat ik hier niet kan blijven. Ik gooi de rugtas op mijn rug, daal de trap af, door de gang langs de dode kakkerlak en loop rechtstreeks naar de voordeur waar de buzzer van is blijven hangen. Ik stap de deur uit en sla links af om 2 blokken verder in de metro te stappen, om naar mijn oude hostel te gaan. Hier snel, heel ver vandaan.
 
Bij Art Factory aangekomen is alles volgeboekt. Hostels in de omgeving: volgeboekt. Ik bel er nog een paar die in mijn Lonely Planet staan: volgeboekt. Het is de week die tussen een vrije maandag en het paas weekend valt, wat voor veel Argentijnen een reden is om eropuit te trekken. Toeristenweek wordt het ook wel genoemd. Ze hebben veel plekjes ingepikt.. Ik kan online niets boeken omdat je niets voordezelfde dag kan vastleggen. Ik maak een radicaal besluit. 'Als ik niet in een hostel kan slapen, dan maar in een bus. Ik ga niet naar Mar del Plata aan de kust maar ga direct naar Bariloche in het merendistrict.' Rugtas weer op de rug en loop in rap temp naar de snelste metro die me naar Retiro vervoert. Online stonden er nog 2 tijden die ik kan halen: 20.00 uur en 21.00 uur. De regen heeft me ingehaald en voordat ik het metro station bereikt heb, heb ik al heel wat druppels te pakken. 'Als bij mij alles mis moet gaan om te zorgen dat mijn nichtje beter wordt, neem ik het allemaal voor lief.'
Met regen in mijn haar en zweet op mijn gezicht, de 16 kilo rugzak op mijn rug en de 8 kilo rugzak op mijn buik, ren ik van loket naar loket om een busticket te boeken. Het busstation Retiro staat voller dan Utrecht centraal bij een sneeuwbui. De bus van 8 uur is niet meer mogelijk. Ik probeer het voor 9 uur. 'Bariloche hoy?', (Bariloche vandaag?) vraag ik bij verschillende van de meer dan 100 loketten. Ze wijzen me allemaal door. Uiteindelijk vertellen ze me dat er geen tickets meer zijn. In de tussentijd is er buiten noodweer uitgebroken. Het waait hard en de regen komt als een moesson naar beneden. Niet veel later heeft ook het onweer van Uruguay zijn overtocht weten te maken en de bliksem flitsen gaan achter elkaar door. Ik wil het niet opgeven maar er is gewoon geen kaartje te bemachtigen. Sommige loketten gaan al dicht. Ik besluit om een kaartje voor morgen te kopen en maar op het busstation in zittende houding met mijn tas in een kluis te overnachten. Buiten razen de elementen van de natuur door. Ik zit al anderhalf uur mensen te kijken en weet inmiddels dat ik de jeugdige jongens zonder iets bij zich, in de gaten moet houden. Die hebben hier namelijk niets te zoeken. Ze gaan niet op reis, ze zijn er alleen om wat te halen. Er loopt veel politie rond die allen een kogelvrijvest over hun pak dragen. Er is dus wel beveiliging. Ik zou wel graag op zoek gaan naar een normaal bed maar buiten lopen is geen optie. Ten eerste is een deel van de buurt niet aanbevolen om er in je eentje in het donker rond te sjokken en ten tweede is het weer veel te slecht.
 
Ik raak in gesprek met een meisje naast me. Ze probeert op haar telefoon hotels in de buurt te zoeken maar nogmaals online boeken gaat niet. We lopen naar een bel lokaal waar we verschillende nummers proberen maar iedereen is volgeboekt. 5 nummers uit een andere wijk gebeld: volgeboekt. Haar moeder smst nog een hotel door maar dat is te duur. We proberen de hostels in Palermo. De laatste in rij heeft nog wel een bed. Duurder dan wat ik normaal boek maar altijd nog goedkoper dan een gestolen tas met inhoud terugkopen. Telefonisch maak ik de reservering en bedank Jaqueline uit Santé Fe die zelf voorstelde om me te helpen. Gaar van het rennen en vliegen, stap ik een taxi in naar Palermo. De chauffeur is heel aardig en vertelt me nog even hoe de TC Toerismo race van het weekend in de stad was. In Palermo lopen er rond 23.00 uur nog veel mensen over straat. Dit is een buurt waar je zonder probleem, ook als vrouw alleen zijnde, met een gerust hart kan kroegtijgeren.
Ik wordt in een 6 pers dorm geplaatst en realiseer me dat er gelukkig ook nog vriendelijke reizigers zijn, die zelf een praatje beginnen. In Montevideo was het hostel prima maar afgezien van een aardig Belgisch stel zei de rest geen boe of ba. Mijn Duitse buurman Marle is super aardig en geintreseerd. Ik ben al een aantal dagen snip verkouden door de airco in de bus. Mijn neus zit dicht en ik nies gemiddeld 3 keer per uur. Ik neem mijn neuspray maar Marle adviseert me een klein beetje Nivea aan de binnenzijde van mijn neusvleugels te smeren. Nu heb ik dat voordeel weer dat dat geen probleem moet opleveren.. Het 'moeti-weist' experimentje wijst helaas niet uit of het de neusspray of de Hema crème ervoor zorgde dat ik vervolgens met vrije ademhaling door mijn neus in een diepe slaap ben gevallen.

Buenos Aires - Bariloche, 5 april
 
Gelukkig wordt ik wakker met een goed bericht van mijn zus. Pluis is klaar om buiten te spelen wat aangeeft dat ze zich niet zo ziek meer voelt. Ze wordt net als haar broertje in een bad met 'muesli' gezet tegen de waterpokken. Hopelijk krijgt ze geen terugval en is ze snel weer fit en vrolijk.
 
Marle is een super kamergenoot, die me bij ontwaken meteen vraagt of ik geen hoofdpijn heb van mijn verstopte neus. Vervolgens stelt hij voor om een omelet voor me te bakken aangezien ik, afgezonderd van een appel gistermiddag, mijn laatste maaltijd gisterenochtend heb gebruikt. 'Zo fijn dat er nog oprechte aardige mensen op deze aardkloot rond lopen'. De picknick tafel in de keuken grenst aan een fraai bankirai dakterras. Ik kijk recht uit op het speeltuintje van de Costa Rica straat. Bomen verhinderen de blik op 'mijn' vegetarische restaurantje 'Khrisna', wat rechts van het parkje ligt. 'Zo ben je fan van een wijk en zo word je er door onvoorziene omstandigheden er weer terug geworpen.' Toeval bestaat niet.
 
De metro kost teveel tijd om terug te keren naar het busstation. Ik vraag de receptioniste voor tijd en aanwijzingen om met een gewone bus er naartoe te vertrekken. Ze stuurt me een blok verder maar daar aangekomen, blijkt daar helemaal geen halte te zijn. Althans niet van bus 152 die ik moet hebben. 'Klote, is het het gezeik van gisteren nou nog niet afgelopen?' Oké, denk denk, ik heb begrepen dat ik op de Av. bij het park de bus kan nemen. Ik neem een andere bus om de straat blokken sneller te overkomen. Krijg namelijk al zweet op mijn snoet, als ik eraan denk dat ik mijn 100 euro buskaartje voor niets heb gekocht. De buschauffeur zet me 20 meter van de volgende halte af. Daar komt net 152 aan gereden. Een ander stel wat ook naar Retiro reist geven me een laatste aanwijzing en ik ben keurig op tijd op het station. 'Waar is de tijd gebleven dat het allemaal makkelijk kon?"
 
Dat het gisteren geen gewone storm was blijkt als ik in mijn 'Crucero del Sur' bus uit de stad rij. Grote takken zijn van bomen afgerukt, bomen met wortels en al liggen horizontaal in het gras, dakpannen zijn van huizen afgewaaid. In een straat staat een rode stadsbus onder een omgewaaide boom geparkeerd. Het lijkt eerder of er een orkaan over de stad heeft gewoed dan dat het een gewone storm was. 
                                                             
                          http://www.bbc.co.uk/news/world-latin-america-17633113
 
*** Patagonië ***
"Land van de grote voeten"
Bariloche, 6 april
 
De laatste uurtjes van de 22 uur durende reis kan ik eindelijk de slaap vatten. Maar ik lig goed en wel te dromen of de chauffeur maakt me wakker. Iedereen is al uit de bu
s gestapt voor een kopje warme thee en twee croisantjes (als het de naam mag hebben) in een klein restaurantje. Ik ben ongelofelijk slaap dronken en ik snap er niets van. Het plaatsje waar we zijn, bestaat uit enige bebouwing naast de geasflateerde weg en verder is er niets, noppes, nada. Een paar tollende droge struikbollen die over de weg waaide, zouden er niet misstaan.
We rijden langs de pampa's die uitdagender klinken dan dat ze zijn. De pampa's zijn niet meer dan een dorre woestijn met her en der een struikje en wat pollen gras. Het heeft de kleur beige tot grijs en als het geluk heeft, krijgt het overdag
wat schaduw van de hoge bergen waar al helemaal geen begroeiing op te vinden is. Naarmate we richting Bariloche rijden, staan er wat naaldbomen. Deze resulteren uiteindelijk in bossen van 'evergreens'. De rivieren zijn de aderen van dit dorre landschap en als een oase in de woestijn, groeien hier loofbomen langs de oevers die het uitzicht in één keer een stuk aangenamer maken.
 
Er klinkt getik op de ruiten van de bus. Het is geen regen maar het zijn zandstormen die de minuscule zandkorrels tegen het glas drukken. In de verte vormen zich kleine wervelwinden die het zand en de lichte as van de vorig jaar uitgebarsten Chileense vulkaan 'Puyehue' verder voort blazen. Afgelopen winterseizoen heeft Bariloche maar 20% van de gemiddelde omzet gedraaid. De as van de vulkaan ging de Andes over en dwarrelde neer in San Carlos de Bariloche, zoals de stad officieel heet. 'Ik had vorig jaar met mijn drie vlucht annuleringen van Australië naar Nieuw Zeeland niet kunnen denken dat ik dit jaar die as daadwerkelijk zou zien.'
 
Aangekomen in Bariloche waan ik me in de Europese Alpen. De huizen zijn in de chalet stijl van Oostenrijk en Zwitserland gebouwd. Zelfs de prijzen zijn volgens mij gelinkt aan de Zwitserse frank. Ik check in bij mijn 'luxe' hostel Los Troncos met mooie binnenplaats en luxe lounge televisie kamer met uitzicht op het meer. Ik dump mijn spullen en ga op onderzoek uit. Op het centrale plein zitten Sint-Bernard honden met een tonnetje op hun nek te wachten totdat ze met de toeristen op de foto mogen. Op elke straathoek is er een chocolade winkel. Sommige zijn zo groot dat het wel warenhuizen lijken, vol met chocolade. (jammie jammie). Het Nahuel Huapi meer, waar een fantastisch uitzicht op is, heeft golven van de sterke wind die er staat. Het is druk in de stad. Al is Bariloche eigenlijk dè stad van Argentinië om te gaan skiën, binnenlandse en,- buitenlandse toeristen zijn massaal samen gekomen om het sneeuw vrije paasweekend hier te vieren. Op het 'centro civico' plein staat een groot podium en wordt er binnen een steiger constructie overkapt met zeil, hard gewerkt aan een mega-chocolade paasei.

7-meren route | Bariloche, 7 april
 
Om 8 uur wordt ik opgehaald voor een rondje regio. De gids spreekt alleen in het Spaans ons groepje toe. (Ik kon ook een tientje extra betalen en dan vertaalde hij alles in het Engels maar daar ben ik dan weer net te gierig voor) De groep bestaat uit 15 man die wisselend uit Argentinië, Chili, Uruguay en Mexico komen. Ik heb zelden een gids gehad die zoveel, zolang achter elkaar verhalen kan vertellen. Zal je net zien natuurlijk.
 
Uit verschillende universele woorden kan ik opmaken (en later nalezen) dat als de vulkaan Lanín bij San Martin de Los Andes rommelt, de ramen in Bariloche trillen. En er een (carnivoor) dinosaurus skelet in de buurt is gevonden, wat groter is 40 meter lang en 18 meter hoog. Wat hem (of haar) de grootste dino van de wereld maakt. 80 km verderop hebben ze een neefje van de Tyrannosaurus rex (die kwaadaardige van Jurrasic Park) gevonden en die wordt bestempeld als grootste vleesetende dino ooit gevonden. Goed, daar gaan we dus niet kijken maar wat we wel doen is verder gaan via de route 'Los siete lagos' over de RN 234 door het Nahuel Huapi national park. In Villa la Angostura maken we een eerste stop en maken we kennis met nog meer chocolade winkels, inclusief die van 'tante Frida' in een eveneens gejat Alpen decor.
De 7-meren route beslaat 110 km en brengt ons langs fascinerende herfstlandschappen waar de goudgele populieren slank boven de groene loofbossen uittorenen. Alle meren genaamd: Machónico, Hermoso, Falkner (met mooie waterlijn), Villarino, Escondido, Traful, Espejo Chico, Espejo Grande en Correntoso zijn mooi en ik heb dan ook geen idee wie, welke was. En waarom het de 7 meren route heet? Geen idee. Ik mag dan wel een lichte vorm van discalculatie (uitgezonderd procenten uitrekenen in de uitverkoop) hebben maar ik tel er toch echt 9.
 
In de middag krijgen we een ware 'siesta' van bijna twee en een half uur om in San Martin de Los Andes rond te struinen. Aangezien dit eigenlijk op mijn lijstje stond omdat ik uitzicht over het meer 'Lácar' had gezien en zo mooi vond, ben ik blij dat ik er ben. Reizen in Argentinië is niet goedkoop. Met Ryanair in Europa vlieg je voordeliger en soms is zelfs een kaartje bij de NS (zonder korting) goedkoper. Wat ik wil, is dus niet altijd mogelijk en moet ik concessies doen en keuzes maken. Maar zo is het dus mooi opgelost en kan ik op mijn gemakje in het skidorp aan het meer, een huisgemaakt ijsje verorberen. Want als je één ding aan jezelf verplicht bent in deze contreien, dan is het wel chocolade eten en 'helado' proeven. Op de route hebben we een stuk van 30 km waar niet is geasfalteerd. Of dat ooit gaat gebeuren weet ik niet maar schijnbaar heeft niemand er problemen mee. Ons kleine tourbusje haalt met gemak personen auto's, plaatselijke bussen en fietsers in. We stoppen her en der om de waanzinnig mooie natuur met de lens vast te leggen.
Ik ben blij dat ik de vergezichten in herfsttinten mag zien en zou iedereen dan ook aanraden om in deze periode te reizen. Al is het wel buiten het seizoen, waardoor de prijzen wel lager liggen maar er ook de kans bestaat dat sommige tours en bussen uit het assortiment zijn gehaald. Onze gids is een ware natuurliefhebber, al weet hij precies aan te wijzen waar een hert dodelijk te raken als je op zoek bent naar een jachttrofee voor aan de muur of een kerstmaaltijd. Althans dat begrijp ik van een conversatie tussen de Uruguayse meneer en de gids. Op dat moment kijken we uit op 2 magnifiek mooie mannetjes herten met grote geweien die 100 meter verderop staan te grazen op de pampa. In de verte zien we de besneeuwde bergen van de Andes. Een bergketen genaamd Cerro Cathedral steekt als een mengeling van kerktorens af tegen de rosé wordende avondlucht.
 
Bij terugkomst in het hostel maak ik kennis met mijn kamergenoot Rhian uit Wales. Ze vraagt me vanavond mee te gaan naar het plein waar het 'Fiesta del Chocolade' plaats vind. Ik heb geen idee wat het inhoud maar ze verteld me dat ze heeft meegedaan met een wedstrijd. Bij de chocolade winkel schuin tegenover ons hostel, heeft ze haar naam achter gelaten en maakt ze kans haar gewicht in chocolade te winnen. Het immense chocolade paasei wat de Nederlandse dagbladen haalde met een Guinness book of records record zal morgen door bergbeklimmers in stukjes worden gehakt en aan het publiek worden gegeven. Gratis chocolade! Daar heb ik altijd wel oren naar. We laten ons zelf protserig fotograferen bij het reuze ei en worden daarna getrakteerd op een heus optreden van de 'wereld' beroemde band Miranda. Helaas voor Rhian geen chocolade voorraad maar met de geweldige openluchtshow waar iedereen om ons heen te tekst van kende, hebben we het gezellig gehad. Bariloche heeft geleerd dat alleen omzet draaien in het winterseizoen niet meer voldoende is en daarom hard aan de weg timmert met volksvermaak. Een vuurwerkshow als afsluiter doet ons huiswaarts keren, om morgen om kwart over 11 ons stukje choco op te eisen.
 


Bariloche, 8 april
 
De enige manier om erachter te komen hoe een gaucho (zuid Amerikaanse cowboy) zich moet voelen op de eindeloze pampa's, is door een mezelf in een spijkerbroek te hijsen, een hoofddeksel op te zetten, op te stijgen, de sporen in de flanken van mijn paard te zetten en met volle galop over de uitgestrekte vlakte te razen.
 
... Althans dat was mijn visualisatie en de voorpret die ik er aan had. Inderdaad in spijkerbroek en lelijke cap cq Duitse helm maar mét zonnebril, om er niet helemaal als scouting welpje uit te zien, stijg ik zonder moeite op mijn witte ros. Samen met Nelson, de gids en May uit Buenos Aires beginnen we aan een tocht langs fruitgaarden, weggestopte Hans en Grietjes huizen tussen bomen met herfst kleuren en duiken we niet veel later het bos in. Wat ik op dat moment niet weet, is dat we bergopwaarts trekken om schilderachtige uitzichten te hebben over het Nahuel Huapi en het Moreno meer, gevolgd door een blik op de San Pedro Peninsula en de lagune van El Trébol. Niet echt het territorium van een gaucho maar het uitzicht is dan ook schitterend! Vanaf deze hoogte zien we de kleur nuances in de meren en de brede oevers die bestaan uit licht zand. Een witte zeilboot met idem gehesen zeil stuurt langzaam diagonaal over het meer. Dit is veel beter dan door het zand met graspollen struinen met niets dan leegte om je heen.
 
De paarden zijn braaf en reageren perfect op de aanwijzingen die je ze geeft. Ze zien er heel goed uit. De vacht is glanzend, de manenkam staat rechtop, wat aanduid dat ze voldoende vet hebben en ze bewegen nog steeds aandachtig met de oortjes, al hebben ze deze route waarschijnlijk al 100 keer gelopen. Op een vlak grasveld in het bos mogen we ons uitleven en galopperen we vrij uit, wat niet mogelijk is op de smalle paden langs de steile afgronden. Nelson verteld dat hij vanmorgen wel in de rij heeft gestaan voor een stukje chocolade van het Guiness book of records paasei. ..En een stukje heeft weten te bemachtigen. Vanmorgen was ik nog even gaan kijken maar de rij was zo lang, dat de wachtrij in Battery park voor Statue of Liberty en Ellis Island in New York erbij verbleekte.
 
Ik heb daarop maar de raad van Rhian opgevolgd. Als echte Hollander laat je je natuurlijk niet door één gat vangen en als ik geen gratis stukje chocolade van een reuze paasei kan bemachtigen, dan ga ik gewoon in de chocoladewinkel van Le Tourista een gratis monstertje halen. Of 5... Het is tenslotte Pasen.
 
(Rhian is later op de dag terug gegaan en heeft een echt stukje Guinness-book-of-Records-winnend-chocolade-paasei-stukje voor me meegenomen, jam..)

Bariloche - Esquel, 9 april
 
Ik heb online een buskaartje weten te bemachtigen bij 'Rapido Argentina'. Een busmaatschappij die vertrekt vanuit Bariloche en er 4 uur over doet om in het zuidelijker gelegen Esquel aan te komen. Zo 'rapide' blijkt de bus niet te zijn als blijkt dat hij niet om tien over één, zoals mijn vervoersdocument bewijs aangeeft, maar om kwart over drie vertrekt. Ik had de hoop al bijna opgegeven dat de bus zou komen maar ook hier blijkt weer: geduld is een schone zaak.
Het eerste gedeelte van de rit geeft een subliem uitzicht over het Nahuel Huapi meer. Het water is stralend blauw en de oever heeft maar hele minimie golfjes te verwerken op deze bijna windstille dag. Het water is op sommige plekken groen-blauw, wat me herinnert aan de felle kleuren rond de atollen richting Tonga, in de Pacific. Ook hier is het meer omsloten door bossen en geven de goudgele populieren het gehele plaatje een uitmuntende visie van het herfst seizoen weer. Via 'Ruta' 40, wat de route 66 in de VS is en de Stuart Highway in Australië, voeren we langzaam weer even de bewoonde wereld in.
 
We rijden door El Bolson een klein stadje met (nog steeds) een waanzinnig mooie natuur rondom. In de vallei tussen de hoge gebergte van Cerro Piltriquitrón in het oosten en bergen van Cordón Nevado aan de Chileense kant, zijn de kleuren magnifiek. Een 'Indian summer' zoals  ze de kleurrijke herfst bladeren in noord Amerika noemen, is ook hier gepast. Beekjes met helder stromend water kronkelen door het landschap. Ik snap nu waarom men lyrisch kan zijn over Patagonië. Bij het uitrijden van El Bolson zie ik een bordje staan: 'non-nuclear zone'. Ik hoop dat het zo blijft.
We krijgen weer controle van de 'gendarmeri' oftewel de wegenpolitie. Dit keer mag ik wel mijn paspoort laten zien maar verder zijn ze niet geïnteresseerd in mij. Een jonge knul die aan de andere kant van het gangpad ligt te slapen krijgt een schopje tegen zijn voet om wakker te worden. Zijn legitimatiebewijs wordt wel aandachtig doorgepluisd en vervolgens moet hij met gitaar en wel de bus uitstappen.  Niet veel later keert hij terug en zijn onzekere en geïntimideerde blik heeft plaats gemaakt voor één van triomph, omdat hem dat weer is overkomen maar er verder geen sancties zijn. Het is dan ook een puber en er zitten twee knappe meisjes voor hem, die op één of andere manier samen met nog 15 andere reizen.
 
Bij het busstation van Esquel aangekomen, boek ik meteen een buskaartje naar Puerto Madryn aan de oostkant van Argentinië. De bus rijdt helaas niet elke dag dus ik moet wachten tot de 12de april eer te vertrekken naar het nabij gelegen Peninsula Valdés. Bekent om zijn zee zoogdieren. Ik wandel de 18 straatblokken naar mijn hostel 'Casa del Pueblo'. 'Wordt mijn wens om daar een keer te overnachten toch nog gehoord. Al is het niet helemaal de CasaPueblo van Uruguay.' Het voldoet echter prima, al ziet de receptionist me als een Argentijnse aan en moet ik me verontschuldigen dat hij alles nog een keer in het Engels mag vertellen. Ik kook een snel maaltje in de algemene keuken en raak in gesprek met uitwisseling student Sarena uit Turkije. Ik krijg een glaasje whisky voorgezet en we geven elkaar tips over recent aangedane bezienswaardigheden en steden.

Trevelin | Esquel, 10 april
 
Het dorpje Trevelin is een oude Welsh nederzetting. Het staat gepropageerd in het hostel en in mijn Lonely Planet. Een bezoekje waard dacht ik zo.
 
Na 20 minuten in een bus te hebben gezeten, die alleen de naam Jacobsen draagt en verder geen nummer heeft, stap ik uit in een oud 'Engels' (is vloeken in de kerk natuurlijk in Wales) stratenplan. Een park in het midden, wat als hedendaagse rotonde door kan gaan, met daaraan verschillende straten die als een karrenwiel uiteen lopen. Ik loop over de hoofdstraat die voor de verandering weer eens Av. San Martin heet. Ik duik wat zijstraten in, loop naar een klein kerkje maar kan weinig vinden van het zo schattig beschreven ansichtkaarten dorpje. Ik zie niet echt karakteristieke 'Welsh' huisjes. Nu heb ik weinig vergelijking materiaal, aangezien ik nog nooit in Wales ben geweest. Na anderhalf uur in het heerlijke herfstzonnetje gelopen te hebben, besluit ik de Jacobsen bus maar terug te nemen.

Parque Los Alerces | Esquel, 11 april

Héél vroeg gaat mijn wekker om te laten weten dat het tijd is voor 'park' dag. Ik schuif aan bij het ontbijt en vergezel twee Zwitserse dames en drie Fransen. Ook zij plannen een bezoek aan het Los Alerces park vandaag. Omdat het laagseizoen is, rijdt de bus alleen nog maar op maandag, woensdag en zaterdag. Een prettige bijeenkomst hiervan is dat er geen parkkosten in rekening worden gebracht en ik door mijn plotse verlenging in Esquel nou net die bus van woensdag kan halen. In de koude morgen lopen we de bijna tig blokken naar het busstation. De enige bus die heen gaat is om 8 uur en de enige bus die teruggaat is om kwart voor 7 in de avond. Nu ben ik absoluut geen fan van camperen en heb ik al helemaal niet het verlangen om dat ook maar zonder enige vorm van beschutting of gezelschap te doen, dus die bus terug moet hoe dan ook worden gehaald.

Ik sluit me aan bij de 2 dames uit LeMans (inderdaad van de 24 uur) en een jongen uit Toulouse. De Zwitserse zijn me iets te jong en dat puberale gegiebel zou me gaan irriteren als het me de kans op wilde dieren te spotten zou ontnemen. De eerste tocht gaat über stijl omhoog om het uitzicht over het Lago (meer) Verde te zien. Het uitzicht is de klim waard. Het park is verschanst tussen hoge bergen en het water is kristalhelder. Ver in de diepte zien we een koe of een paard aan de waterkant van het meer scharrelen. Het park staat bekent om zijn Alerce boom, één van de langst levende wezens op aarde. Ze groeien maar 1 cm in de twintig jaar maar kunnen dan ook de respectabele leeftijd van 4000 jaar bereiken. Ze zijn te vergelijken met de meer bekendere Sequoia die in Californië groeit. We lopen de metalen-houten hangbrug over die gespannen is over de Rio (rivier) Arrayanes. Onderaan de brug vinden we een mooi plekje aan de oever om te picknicken. Enigszins lastig gevallen door de wespen besluiten we toch om hier maar even te blijven en doezelen we langzaam één voor één in, in de warme april zon. Bij het ontwaken blijken meer wandelaars ons goede voorbeeld te zijn gevolg en ligt de oever bezaaid met rustende mensen. 

Via het Puerto Chucao punt, lopen we langs de rivier richting het Menéndez meer. Via verschillende borden worden we wijzer van de flora en fauna wereld die zich hier afspeelt. Belangrijker is dat we niet, en zeker niet in je eentje, het bos in duiken, weg van de gebaande paden op zoek naar avontuur. Avontuur kan je krijgen in de vorm van wilde poema's. Wij zien ze echter niet, we gaan ook niet van de paden af wat de kans wat miniemer maakt mogen we de borden geloven. In de hoop 'poes poes poes' te roepen om een glimps van de poema te krijgen, haalt helaas niets uit.  We verbazen ons over het heldere water waar je wel 7 tot 10 meter de diepte in kan kijken. Een klein eilandje wat tussen 2 stroomversnellingen ligt, is volkomen begroeit en zou een ware rustplek zijn voor de romanticussen onder ons. Even later komen we aan bij een strandje waar we zittend op een gebleekte horizontale boomstronk visjes en kikkertjes uit het water zien springen. Uitgedunde rietkragen geven een groene gloed over het blauwe water en een rode steiger steekt mooi af tegen de herfstkleuren van de achterliggende bergen. Afgezien dat ik niet van kamperen hou, zou dit toch wel een perfecte plek zijn om het kamp op te zetten. Mits de poema, die zijn poot afdrukken in het zand heeft achtergelaten, hier in de ochtend niet komt om ons te molesteren.

We wandelen verder langs het meer en met zonnebril op de neus die de schittering van het water een beetje tegen houd, zien we de witte fonkelende Torrecillias gletser die overgaat in het meer. We maken nog een ronde van 50 minuten langs de andere kant van Lago Verde en voegen ons dan bij de Zwitserse dames. Ze waren verdwaald in het bos (vrij moeilijk omdat alles een circuit is) dus hebben het merendeel van de middag in de zon aan het water gegeven. Gelukkig komt daar ons busje aan die ons weer terug brengt naar de bewoonde wereld.

Esquel - Puerto Madryn, 12 april

Esquel ligt echt in de  'middle of nowhere'. Links bergen, rechts bergen, voor bergen en achter bergen. Naast veelal een kaal landschap is er weinig te zien. Het dorpje lijkt in eerste instantie op niets maar als ik op deze slenterdag mijn interesse uit laat gaan naar de beleving van de inwoner, valt me op dat ze hier álles hebben. Ben je op zoek naar een kajak? Check. Zocht je een outdoor kleding winkel, een handgemaakte chocolade shop, sieraden, speelgoed, videotheek, uitgebreide supermarkt met keuken apperatuur, kleding of flatscreen tv? Check, ze hebben het allemaal.

Ik ga op zoek naar een winkel die me kan helpen met een plastic gesp waarmee ik mijn rugtas om mijn heupen kan vast maken.  Een maand geleden met veel gedoe een nieuwe kunnen bevestigen aan mijn tas (met hulp van de papa) maar ben weer zo lomp en ongecontroleerd geweest om met mijn zware hoeven op het poreuse plastic te staan. Kortom, er wordt een nieuwe gezocht. Mijn Spaans is nog in een stijgende lijn maar heb geen idee hoe ik dit ga noemen. Bij het binnenstappen van nodige winkels laat ik dus gewoon maar zien wat ik moet hebben. Een vriendelijke verkoper wijst me door naar de hoek van de straat en daar, stap ik binnen in een winkel van 80 jaar geleden! Het enige wat is verandert is de uitstraling van het assortiment. Ben in mijn leven nooit zo terug geworpen in de tijd als hier. Ik vindt het fantastisch. De oude reclame borden ontbreken niet eens. Je kan er alles krijgen van bloemetjes gordijnen, tot hoeden en vooral de spullen om het zelf te maken. Ze kunnen me hier inderdaad helpen aan een plastic gesp. Ik kies hem uit bij de ene toonbank. Wordt naar een andere toonbank gestuurd om te betalen en mag hem vervolgens aan de overkant van de winkel ophalen. Voorzover het optimaliseren van de werkgelegenheid in het kleine Esquel.

Ik ga terug naar mijn hostel waar ik een heerlijke (al zeg ik zelf) sojaburger met calabas pasta klaar maak. In het land van de biefstukken en andere lappen vlees, vind ik het opmerkelijk hoe makkelijk het hier is om een sojaburgertje te scoren. Nu is Argentinië wel de grootste exporteur in soja maar dat zegt niets. De kalebas (pompoen) mik ik even in de magnetron en bak het met wat knoflook en Provençaalse kruiden en voeg mijn pasta toe. De receptionist heeft wat zuid Amerikaanse dansmuziek opgezet; Nãno met 'para Claude'. Moet ik toch maar eens opzoeken als ik thuis ben. 2 Australische zestigers vergezellen mij aan de stamtafel en we praten over hun land. De man gaat morgen naar het huisje kijken van Butch Cassidy. In de avond is het tijd voor mijn busrit naar het oosten van het land.

Om half 11 stap ik in bij Ejectivo de Chubut. Chubut is de provincie naam van Patagonië. De bus is de luxste voor mij tot nu toe. Al is het voor mij niet nodig, zolang het maar goedkoop is. ... Waar je hier in het zuiden van Argentinie lang naar kan zoeken, want goedkoop bestaat hier niet. Niet wat betreft reizen iniedergeval. Er staan maar 3 stoelen per rij wat ervoor heeft gezorgd dat er business stoelen staan ipv nette stoelen. Er ligt een kussen en kleedje voor me klaar. We zijn net onderweg er wordt een film opgezet. Engels gesproken en Spaans ondertiteld dit keer. Goede leerschool. Als de film is afgelopen ga ik nog even benedendeks (de bussen bestaan bijna altijd uit 2 etages) naar het toilet. Als ik niet veel later terug kom, zijn alle lichten uit. Ik ga op de tast op zoek naar mijn stoel. De stoelen kunnen bijna horizontaal en ik weet dat ik mijn beige sjaal op de stoel aan het gangpad heb gehangen. Ik denk dat dit mijn plekje is en voel of het inderdaad mijn sjaal is. Helaas zit er schuin voor mij een vrouw met een wit-beige blouse. Ik rijk uit naar mijn sjaal maar de vrouw geeft een geluid van de schrik. Ik raak haar borst aan ipv mijn sjaal te pakken. Oeps. Gelukkig zijn mijn schaamrode kaken niet te zien in het donker..

Peninsula Valdés (Unesco) | Puerto Madryn, 13 april

Om kwart over 7 in de ochtend maakt de chauffeur mij wakker. Ik zeg 'Puerto Madryn' om te laten weten waar ik moet zijn en dat ik er waarschijnlijk nog niet uit hoef. Het gaat me steeds beter af dat slapen in de bus want heb bijna heel de reis mijn ogen dicht gehad. Niet in afwachting geweest tot we een keer de bestemming hadden bereikt. Dit is mijn eindstation. Voor het busstation ligt nog een oude treinrails. De Patagonia Express, de bekende trein die hier rijdt, is van station verhuisd maar er liggen nog wat oude herinneringen.

Een afgesproken pick up van het station naar het hostel staat een kwartier later voor me klaar. Ik klauter in de grote terreinwagen. De chauffeur verteld me dat we nog even een tourleider moeten ophalen. De tourleider verteld me op zijn beurt, dat zijn collega gisteren orka's heeft zijn zwemmen bij de Peninsula. De orka's zijn vroeg want meestal zijn ze hier pas in juni. Ik vind dit al te gek klinken en vraag of het mogelijk is dat ik vandaag nog mee kan? Ik maak kennis met Gladys en Mattias, de eigenaren van het hostel. De gids verteld aan Gladys dat ik vandaag al graag mee wil. Ik poets mijn tanden, gooi mijn tas in de hoek en nog geen 25 minuten later zit ik in een minbusje op weg naar Peninsula de Valdés. Het is 200 km heen en 200 km terug, grotendeels over een gravel weg. Samen met twee Zwitserse echtparen en hun jonge kinderen, een jongen uit Oostenrijk en zijn Tsjechische vriendin, de gids Mauricio en de chauffeur Juan, maken we als eerste een stop bij het 'Istmo Ameghino' museum. Beetje info over flora en fauna, een skelet van een walvis en uiteraard een winkeltje met herinneringen die kan meenemen. Een tweede stop brengt ons naar Punta Pirámide waar vaak zeeleeuwen en zeeolifanten zijn te zien. Vaak, maar nu even niet. We lopen over het verharde zand wat vol zit met schelpen en met scherpe voorwerpen ingekerfde namen en liefdesverklaringen. Vervolgens is de weg lang maar bij Punta Delgada worden we opgewacht door een kolonie Magelhaen pinguïns. Moest ik me in Australië in allerlei bochten wringen om zo'n kleine wandelvogel van dicht bij te zien, hier pak je ze zo (bijna) op en stop je ze in je tas. De vogeltjes zijn zo schattig en genieten zichtbaar van de zon. Met hun borstje vooruit, kontje naar achteren en snavel omhoog, staan ze naar de zon gedraaid alsof ze hun witte buikje willen bruinen.

Bij Punta Cantor aangekomen zien we onderaan de steile zandduin een groep zeehonden liggen en zwemmen. We maken een wandeling en zien wegsnellende kleine salamandertjes, in een boom 2 roofvogels en als we terug op de parking komen spelen daar 2 kleine vosjes, of zoals ze hier heten 'griso zoro'. De vosjes zijn niet tam maar vinden het bezoek aan hun territorium toch wel heel interessant.

Voor onze middagpauze hebben we een rit over de gravelweg van bijna 50 km voor de boeg. Ik heb een bordje langs de kant van de weg zien staan waarop staat aangeduid dat te hard rijden kan leiden tot slippende banden en erger op de losliggende stenen. Ik zit op de ena achterste bank, pal naast het raam. In het raam zit al kleine steenslag. Ik bedenk me dat ik mijn trui die over mijn schouders is geslagen, beter op zijn plaats is op mijn schoot. Mocht we nu omslaan, de chauffeur rijdt namelijk nogal door en heeft waarschijnlijk door die snelheid het waarschuwingsbordje gemist, dan kan ik de trui voor mijn gezicht houden zodat de stenen mijn gezicht niet raken. Inmiddels gewend door alle busritten, kan ik zonder misselijk worden achterin het busje mijn LP lezen. Nog geen 10 minuten later slaat er een steen van 2 cm tegen of door het raam, precies ter hoogte van mijn slaap. De chauffeur stopt. Het raam geeft kleine tikjes en er verschijnen barsten. Nog geen minuut later bolt het glas en valt het raam in duizenden stukjes uit het lood. Voorzover mijn voorzorgsmaatregelen met mijn trui. Ik heb gelukkig niets. De steen is niet door de ruit gekomen, denk ik. Een geluk bij een ongeluk op deze vrijdag de 13de (daar geloof ik dan weer niet in). De airco hebben we iniedergeval niet meer nodig. Aangekomen bij Punta Norte waar gisteren de orka's zijn gespot, krijgen we een teleurstelling te verwerken. Ze zijn niet gezien vandaag en als we 20 minuten naar de zeeleeuwen kolonie hebben gekeken en in de verte hebben getuurd op zoek naar een zwarte vin in het water, geven we het op. Het is even ieder voor zich om te picknicken. De meeste mensen trekken zich terug bij de parkeerplaats waar eten wel is toegestaan (namelijk niet in het reservaat).

Ik zit te genieten van mijn nieuwste ontdeking in het budget reizen: tupperware. Je koopt een goed sluitend plastic bakje die makkelijk in de rugzak kan. Je kookt de avond ervoor net iets teveel en stopt de rest in het bakje. Het eten kan in de bus, waar ze toch altijd vlees of ander vies eten serveren, worden gebruikt. Of je bent op excursie en er is geen mogelijkheid tot eten kopen of je bent er te zuinig voor (that's me!) en eet dus je eigen meegebrachte eten. Goed, ik geniet dus niet veel later van mijn pasta met kalebas in het zonnetje. De gids komt vertellen dat er orka's zijn gespot! Ik weet niet hoe snel ik mijn tupperware ontdekking in mijn rugtas moet frommelen, mijn camera om mijn nek moet hangen en mijn trui om mijn middel moet knopen om op snelheid naar het uitkijkpunt te rennen. ...En daar 50 meter van de branding steken geen twee maar drie! vinnen boven het water. Wauw! Mijn eerste echte in het wild levende orka gespot! Dit is te gek. De orka's zwemmen op hun gemak heen en weer langs de branding. Ze lijken geen honger want ze negeren de even verderop zwemmende zeeleeuwen, die op hun plaats weer niets aantrekken van hun grote vijand.
De kolonie toeristen, die uit iets meer dan 30 personen bestaat, bewegen op  land mee richting waar de orka's hun koers zetten. Sommige toeristen zijn pro's met hun gigantische camera en idem lenzen van wel 40 cm om hun nek. Mijn camera in vergelijking: een mietje. Langzaam aan trekken de orka's toch richting zeeleeuwen. De Zwitserse kinderen roepen: 'vlucht! vlucht!'  maar in rap tempo nemen de orka's hun postie in en werpt één exemplaar zich op het strand. (Ik snap die zeeleeuwen niet. Ze hebben een half uur de tijd om uit het water te komen nadat de grote zwart witte vissen zijn gesignaleerd. De groep die op land licht hebben allang hogere geluiden dan normaal geproduceerd om te waarschuwen en verdomd, ze trekken zich er niets van aan..) De orka krijgt een baby zeeleeuw te pakken en weet bij de volgende golfslag een zijwaartse beweging te maken op weg naar zee. Zijn twee familieleden sluiten zich bij hem aan, de moeder zeeleeuw alleen in de branding achterlatend. Het babyzeeleeuwtje wordt als circusbal in de lucht gegooid. Het 'niet spelen met je eten', geldt niet voor hen. Het geterroriseer' gaat voor eeuwig door. De orka's dalen de diepte in en laten sierlijk hun bekende staart zien. Iedereen is al even onder de indruk van het spektakel. Op tv kan ik hier echt niet naar kijken, verschrikkelijk. Het is de natuur en ook ik weet dat. Het in het echt zien is 'bijzonder'. Niet zielig, niet fantastich, neutraal. Je bekijkt het geheel meer met de gedachte dat je een uitzondering bent die dit in het echt ziet. Maar het beeld van de eenzame moeder die maar van de ene flipper op de andere flipper beweegt om over de golven te kijken of haar kleine eraan komt...  ja, dat is wel sneu.

We gaan terug naar Puerto Madryn. De bus heeft een nieuw raam gekregen in de vorm van kartonnen dozen en tape. Voor zover het uitzicht aan die kant. Onderweg hebben we mooi zicht op de voorbij rennende Guanaco's (lama) die in groepen over de pampa springen. We spotten nog twee Mara's, een combinatie van een konijn en een paard, een raar dier iniedergeval. En ik heb tijdens het orka spotten nog een Tucu Tucu gezien, een reuze hamster.
Pff, wat een bijzondere dag.

Punta Ninfas | Puerto Madryn, 14 april

'Wandelen tussen de zeeolifanten'
In tegenstelling tot ons land, kalft het land hier niet af maar komt het erbij. Het land wordt omhoog gestuwd door onderliggende platen. Fossielen liggen hoog in de bergen opgeslagen en als we de 100 meter steile rotswand afdalen komen we dan ook heel wat schelpen en zeedier geraamte tegen. We zijn aangekomen bij Punta Ninfas. De tour die ik vandaag heb geboekt promoot zichzelf met de zin 'tussen de zeeolifanten lopen'. Er moet wel eerst 164 km over een gravelweg worden afgelegd, waarvan ik er al 100 km van naar de wc moet maar zie nergens een geschikt bosje om achter te duiken. Ik vraag de chauffeur dan ook niet om te stoppen maar hou het netjes op tot bij de vuurtoren.

De rotsafdaling bij aankomst is niet zonder gevaar. Het is behoorlijk steil en de gids pakt dan ook iedereen aan de arm zodat ze de rest van de 90 meter niet naar beneden duikelen. Ik ben blij dat het weer het niet toe laat om op slippers te lopen want daarmee had je het hier absoluut niet gered. De rots bestaat uit lagen van zand, zachte steen en ijzer. Het is zo poreus dat ik niet snap hoe het tegen de elementen van de natuur is opgewassen. Ik heb de afdaling bijna tot de laatste meter afgerond en wil een foto maken van de kleurschakeringen in de rotsen: 'memorykaart vol' verschijnt er op het display van mijn camera. Gisteren zoveel foto's van de orka's gemaakt.. Ik neem altijd maar dan ook altijd mijn rugzak mee waar reserve memory kaartjes in zitten. Zal je zien net deze keer laat ik de rugtas (zonder waardevolle spullen) achter in de bus met chauffeur. De weg naar de top is net teveel om de groep te laten wachten. De chauffeur die bij de richel stond te kijken is ook al verdwenen. Er zit niets anders op dan foto's te wissen. Sommige zullen dus nooit aan het publiek tentoon gespreid kunnen worden of het daglicht wederom zien.

De gids is geheel Spaanstalig maar de Zwitsers groep die toevalligerwijs zowel gisteren als vandaag dezelfde tour bij hetzelfde tourbureau heeft geboekt en ik snappen er genoeg van. Zei iets meer dan ik. We volgen de instructies op en maken ons kleiner dan dat we zijn, om na de afdaling over het strand van stenen, dichterbij te komen. Achter een rots nog geen twee en halve meter van de dichtstbijzijnde zeeolifant stoppen we. Het 'lopen' tussen zeeolifanten is iets overdreven. We komen wel heel dichtbij maar van ertussen lopen is absoluut geen sprake. De rest van de groep blijft achter de rots staan wat een mooi uitzicht biedt. Ik zie kans om net naast de rots een mooi plekje te vinden en lig als het waren bijna tussen de olifanten. Ik vindt het verschil tussen een zeehond, zeeleeuw en zeeolifant minimaal. Het blijft toch één familie en ze hebben over het algemeen bijna dezelfde lichaamsbouw. De ogen van de zeeolifant zijn enorm en met net zoveel nieuwschierigheid als wij naar hun kijken, checken zij wie wij zijn. Het lijkt of ze het helemaal snappen en lijken dan ook 'ola' te zeggen, mocht het geen gegeeuw zijn.

Niezen is iets wat ze standaard en veel doen. Door het eten van de vis en het binnen krijgen van zeewater, komt er veel zout in de maag. Doormiddel van het niezen blazen ze via de neus het zout uit hun maag. Wat er vervolgens weer op lijkt alsof ze allen aan de cocaïne zitten door het witte spul in en rond hun neus.

Waarom ben ik ook al weer geen marine bioloog geworden? Of heb ik één of andere fotoacademie cum laude afgerond zodat ik bij National Geografic aan de slag kon als huisfotograaf? Hoe fantastisch zou het zijn om hier je beroep van te maken: zeeolifanten bestuderen en fotograferen. Ik voel me helemaal één met deze dieren en heb echt het idee dat ze donders goed alles begrijpen. Bij bewegingen die we maken, tillen ze hun hoofd op om te kijken wat er gebeurt. Als ze het sein meester aan zichzelf of aan de buurvrouw/man hebben gegeven, leggen ze hun hoofd weer te rusten en trekken ze hun mondhoeken omhoog om te laten zien dat ze tevreden zijn met de warme zonnestralen. Ik kan er wel uren blijven zitten. Hoe langer je er zit hoe meer eigenaardigheden de beestjes vertonen. Op het eerste gezicht lijken ze allemaal op elkaar maar dan zie je verschillende kleuren, andere verhoudingen, littekens, andere vormen van ogen en oren en een groot verschil tussen de mannetjes en vrouwtjes.

Langzaam aan is het tijd om te gaan en als strandjutters struinen we het strand af op zoek naar mooie dingen. Wit koraal, rood koraal, perfect gevormde schelpen, een rugwervel van ik denk een zeehond, jade groene gepolijste kiezels, van alles zien we liggen. Mocht je iets meenemen en zeker in de vorm van een fossiel dan ben je verzekerd van een langer verblijf in Argentinië. Mits je de douane tegen komt. Ik laat alles maar liggen waar het ligt. De aller,- allerlaatste foto's zijn van de zeeolifanten gemaakt dus helaas geen fotografische herinnering aan het koraal. De klimpartij van het strand boven naar de klif staat weer op het programma. Ik voel me een echte bergbeklimmer als ik geconcentreerd moet kiezen waar ik mijn voeten in kleine uitgeholde gaten moet zetten om mijn gewicht via een koord naar boven te trekken. Iedereen weet gelukkig weer heel boven te komen.

In de 164 km terug hebben we alle tijd om naar buiten te kijken. De chauffeur die we vandaag hebben rijdt heeeeel traag, 'lente', traag. In de namiddag komt er altijd bewolking overgedreven. Met de laagstaande zon die klaar is om voor deze dag te verdwijnen, veranderen de kleuren. De pampa is zo niet meer saai. Na het veelvuldig gezien te hebben, ontdek je gaandeweg meer diversiteit in het landschap en soms een rennend grijs vosje zoals nu. Er groeien miniscule groene blaadjes aan de struiken. En het is niet meer eentonig maar de diversiteit lijkt wel op te bloeien met deze kleuren. De lucht kleurt van oranje naar roze.

Puerto Madryn - El Calafate, 15 april

Argentijnen houden van honden en honden houden van Argentijnen.  Ik zit op de rand van de boulevard over het strand te kijken. Er zijn wat mensen op de been en worden bijna allen vergezeld door een 'perro', een hond. Knappe honden wel te verstaan. Veel Labradors maar ook andere gevallen, vaak vrij groot.

Ik zit in de zon bij zo'n 22 graden maar een koude oostenwind. Een Benji hond maar dan iets bruiner en een stuk groter vind me lief. Hij komt naast me op het stenen muurtje liggen. Als hij zijn soortgenoten achter de duiven op het strand ziet jagen, besluit hij ook een strandwandeling te gaan maken. Even later komt hij terug en besluit iets dichter bij me te gaan liggen. Een pup rent als een bezetene over het strand maar wordt kordaat in het nekje gebeten door een oudere hond. 'Zo worden de pups hier opgevoed'. Hier geen vieze oude zwerfhonden. Het zijn wel zwerfhonden maar ze zien er allemaal heel goed uit. Niet mager en altijd netjes in de vacht maar bovenal heel vriendelijk. Overal in Argentinië zie je ze. En de dierenarts praktijken varen er wel bij, want die zie je op elke straathoek ook op de meest afgelegen plekken. Af en toe staat er een bakje met eten klaar bij een voordeur en krijgen ze aandacht van de mensen die ze opzoeken. Rakker, zoals ik mijn tijdelijke nieuwe vriend heb genoemd, rent weer naar het strand maar komt later weer terug. Ik geef hem een paar liefkozende klopjes, want vindt aaien net iets te veel; kleine vlooiebaal. Het is hem om het even en hij komt stijf tegen me aanliggen. 'Definitief een nieuwe vriend gemaakt.' Ik bekijk de windsurfers, boardpeddelaars en een enkeling die zich in het water begeeft om stukje te zwemmen. En dan heb ik het niet over onze trouwe viervoeter die het koude water durft te betreden.

Rakker en zijn strandmaatje zijn een stukje verderop gaan liggen. De wind wordt mij te koud en besluit terug naar het hostel te gaan voor wat gesurf op mijn manier: internet. Ik loop dwars over de boulevard en wacht voor het stoplicht. Rakker en strandmaat wachten braaf met mij en volgen me dan als persoonlijke bodyguards naar mijn verblijf. Ik neem afscheid van ze als ik de code van de deur intoets. Even later liggen ze nog steeds braaf voor de deur van het hostel te wachten. Ik haal 2 koekjes uit de keuken en werp ieder een stukje toe. De eigenares is een stuk minder enthousiast over mijn nieuwe vrienden en jaagt ze niet veel later weg.

Mijn laatste uurtjes in het oosten breng ik door in het hostel. De enige 3 andere gasten, een vader, een moeder en hun dochter zeggen me enthousiast vaarwel. Dochterlief geeft me zonder gene een Argentijns kusje op mijn wang. Moeder en vader volgen haar voorbeeld. Eigenarese Gladys geeft me ook een knuffel en kus als ze een uurtje later nog wat werk thuis gaat verrichten. Ik lees nog wat over het zuiden van het land en check wat prijzen van vluchten, (van ergens in het noorden naar Rio) die nog steeds niet interessant zijn. Als het tijd is om te gaan zeg ik gedag tegen Mattias en krijg prompt 3 Hollandse kussen. Dat heeft hij goed onthouden van zijn bezoekje aan de lage landen.

10 blokken verderop verzilver ik mijn aanbetaling bij een nieuwe busmaatschappij RP op het busstation. De dame achter de balie is al net zo vriendelijk als alle mensen die ik hier ben tegen gekomen. Als je tijd en geld voldoende hebt is Puerto Madryn of Penunsila de Valdés een fantastische plek om langer te blijven. Er zijn zoveel activiteiten, excursies en zoveel ontmoetingen die je kan hebben met het bijzondere rijk der dieren en de gastvrijheid die hier van nature komt.

El Calafata, 16 april

Ik word wakker en schuif het gordijntje van de bus opzij. De zon komt net op. De pampa is leeg en verlaten. Vlak, strak en heeft een zacht gele kleur. Mijn agorafobie heb ik hier niet. Ik heb geen echte 'angst' maar het zien van hele grote vlakte zonder water geven me gewoon een bijzonder onprettig gevoel. Ik weet dat hier schaapjes leven en ook zij kunnen niet zonder water. Het moet er dus wel zijn. De pampa heeft met dit licht juist een enorme aantrekkingskracht. Alsof het bedekt is met bladgoud. Je wil het eigenlijk aanraken maar weet dat dat niet het gewenste resultaat behaald. Dus ik geniet maar zolang het kan van de zachte zonnestralen die het landschap en het uitzicht zo magisch maken.
We rijden later stukken land voorbij met veel water. Zelfs stromend water. Schapen zijn over het algemeen vrij dom maar nu hebben ze zich toch enigzins bedacht om het water geschaard. Ze zullen er zich waarschijnlijk niet van bewust zijn. 4 felroze flamingo's staan in het water. Hoe komen die hier nu weer verzeild?

20 uurtjes in de bus. Gisteren om 7 uur 's avonds vertrokken en om 3 uur sta ik in El Calafate. De plek waar je moet zijn om één van s'werelds beroemde gletsjer 'Porito Moreno' te gaan bekijken. Eerst maar eens mijn weg zien te vinden van het busstation naar de slaapplek. Gisteren heb ik kennis gemaakt met een stel uit Monaco (die moeten we te vriend houden). Bij het instappen van de bus (die alleen voor ons was gereserveerd) herkende ze mij. 'Was jij niet die dame die door de chauffeur werd wakker gemaakt?' Het was gelukkig niet de dame met de boezem ontmoeting. Nu neem ik ze mee naar mijn geboekte hostel I Keu Ken. Het hostel ligt boven op een heuvel wat een goede klim is maar wel een fantastisch uitzicht geeft over het Argentino meer. In de woonkamer staat er een grote bank, inclusief zwarte kat, voor een groot raam. Het uitzicht is subliem: besneeuwde bergen links, waar de Perito Moreno gletsjer zich bevind en waar ik morgen naar toe ga, in het midden het meer omringt door gele bomen en rechts nog meer bergen en herfstkleuren.

In de bus heb ik een praatje gemaakt van met één van de chauffeurs en die nodigde me voor de avond uit om een hapje te eten. Hmm, na een 3 uur durende overweging van 'wordt het een ja of wordt het een nee', besluit ik het toch te doen. Ik heb een super lieve vent thuis zitten, die zal het een stuk minder leuk vinden maar de gedachte aan een echte maaltijd met een echt Argentijns wijntje erbij zijn toch wel heel aanlokkelijk. Om 8 uur meld ik m op de afgesproken plek. We gaan eerst een plaatselijk biertje drinken in LibroBar. Een café wat wederom vol staat met boeken over Argentinië, een super leuke plek. Intussen informeert mijn tafelgenoot naar een vegetarische plek om te eten. Vind het best knap van mezelf dat ik een Argentijn die wil sterven voor een 'asado' (grote lappen vlees bbq) zover krijg om vegetarisch te eten. We duiken het knusse restaurantje 'Veggie Patagonia' in. Er word een fles lekkere droge witte wijn uit Salta op tafel gezet. De gastvrouw heeft geen enkele notie hoe een fles wijn aan tafel te decanteren maar met veel gepruts kunnen we toch toasten. Het woordenboek van de ANWB ligt op tafel. Hij spreekt net zoveel Engels als ik Spaans. Het eten is droevig genoeg niet te hakken. De rijst lijkt verzuurd of geitenwollensokken eten proeft altijd zo.. Jak. De soja hamburger is wel weg te krijgen maar mijn € 1.20 voor vier burgers die ik hier uit de winkel haal smaken honderd keer beter. Ik heb welgeteld vijf stukjes groenten waar paneermiddel als decoratie over is gestrooid. Vind het niet gek dat de vegetariërs hier in de minderheid zijn. Het vleesloze eten is niet te vreten.

Ik keer terug naar mijn hostel, het verzoek voor een taxi afslaand. Het was een gezellige avond maar doet me alleen maar verlangen naar wat ik thuis heb zitten. De hostel receptionist heeft op zijn manier ook interesse in me en ik wordt uitgenodigd voor een biertje. Volgens mij heb ik een bullseye op mijn rug vandaag. Helaas ook voor deze jongen, gaat het niet verder dan een drankje.

Porito Moreno Gletsjer (Unesco) | El Calafate, 17 april

Vandaag is dan de dag waarop ik hét natuurwonder van Patagonië ga ontdekken.
Oei, het flesje wijn en de biertjes van gisteravond geven me het verlangen om langer in bed te blijven liggen. 'Moet ik vandaag echt naar die gletjer? Kan dat niet morgen?' Ik grijp mezelf in mijn nekvel en daal neer voor een ontbijt. In mijn tupperware bakje verdwijnen twee broodjes van het ontbijtbuffet voor de lunch.

Ik ga richting het centrum dat achter het busstation ligt. Ik moet geld pinnen om gebruik te kunnen maken van de korting die ik krijg voor mijn vervoer naar de gletjer. Bij het busstation ligt een wit langharig hondje met zwarte vlekjes. Ik spreek hem vriendelijk aan en hij besluit met me mee de 40 treden naar de winkelstraat af te dalen. Onderweg komt hij een bruin vriendje tegen die ook besluit om mee te lopen. In de vroege ochtend is het druk bij de bank. Ik moet binnen wachten en hond besluit om met me mee naar binnen te gaan. Hij gaat voor mijn voeten liggen. Als het me allemaal iets te lang duurt, ik moet om negen uur bij het loket zijn om mijn kaartje op te halen voor de bus van half 10, besluit ik om een andere bank te zoeken. Hond en vriendje gaan weer met me mee. Bij de volgende bank heb ik weer geen geluk maar mijn nieuwe vriendje blijft netjes voor de deur waken. 'Nou, dan maar met de pin betalen'. Ik heb geen tijd meer. Hond loopt weer met me mee maar vriendje blijft in de straat achter. Bij het busstation aangekomen mag hij niet mee naar binnen. Ik regel mijn kaartje en loop terug naar buiten om mijn ontbijtbuffet broodje met de hondjes te delen. Inmiddels is vriendje ook weer aanwezig en met nog 2 andere woorden liggen ze een stuk verder in het gras. Ik geef ze alleen een stukje brood en neem afscheid. Hond wil het brood helemaal niet. Hij heeft geen honger. Nogmaals de straathonden zien er hier heel goed uit, goed doorvoed. Ik loop weg en hond komt me voorbij gelopen en legt het stukje brood voor me op de grond. 'Nee, het is echt voor jou, eet maar op', zeg ik.

Het aantal toeristen die met het busje richting de gletsjer gaan is minimaal en welgeteld: drie. Twee Taiwanezen en ik. Onderweg schieten de Taiwanese knul en ik van links naar rechts in het busje want de uitzichten zijn subliem! Het pampa uitzicht is nog niet afgelopen. Maar ik ben er aan gewend geraakt en kan er absoluut de schoonheid van inzien. Waar kleine estancia's (boerderijen) zijn gevestigd, staan wederom de gele populieren. Achter elke berg doemt er weer een mooier stukje landschap op. Je voelt de temperatuur dalen. Bergen die van kleur veranderen naarmate ze hoger worden. Onderaan is het beige van de graspollen en lage struiken. Dan komt er groen van de bomen. Een rode kraag geeft de rode herfst bladeren en rode bessen van de bomen weer en dan lijkt het alsof iemand met een poedersuiker bus heeft gestrooid. De bergen hebben allemaal een witte kroon. Een deel van het Argentino meer is weer te zien en de begroeiing ernaast is bijna sprookjesachtig. Alsof de hoofdpersoon van een Disney verhaal op een quest is en door een verlaten landschap rijd maar dan opeens zal erachter een berg het paradijs opdoemen. (Dat zal dan Nieuw Zeeland zijn..) We rijden naar de entree van het park en verdomd dat het niet waar is, achter de berg verandert het beige landschap in een groen landschap. Opeens rijden we in een bos. Compleet begroeid, alles.

In de verte zien we blauwe brokken drijven in het groene water. Dichterbij komende blijken het afgebroken stukken gletsjer te zijn die zijn afgedreven. Een haas steekt nog even snel over. Bij een volgende bocht, laat ik mijn eerste reactie over mijn lippen glippen. Ik voel me alsof ik een lang gewild cadeautje aan het uitpakken ben. 'Ik weet wat ik krijg, ik heb het in handen en het is een kwestie van tijd tot ik het daadwerkelijk zie.' Zelfs mijn huid reageert op deze spanning. Direct bij het zien van die enorme muur van ijs zeg ik: 'wauw'. Dit is serieus een wonder van moeder aarde. Tussen 2 bergen in, komt langzaam aangekropen een enorme ijsmassa die bestaat uit hoge pieken van wel 60 meter hoog, 5 kilometer breed en de helderste kleur blauw ooit door de natuur gemaakt. We stappen heel even uit bij een uitkijkpunt. En het is koud! Er is een grote glazenwand waar je je achter kan verschuilen, samen met al die senioren die niet aan de kant gaan. Ik heb een thermo longsleeve aan, een t-shirt, een trui, een windstopper, een sjaal en muts maar ik heb het koud! De lol is er in één keer vanaf als ik naar mijn blauw aangelopen handen kijk. Ik zit als eerste weer in het busje die ons verder brengt naar het eindpunt. Vanaf hier zijn er verschillende paden die je dichterbij de gletsjer brengen. Gelukkig is de ijskoude wind hier een stuk mindere waardoor het enthousiasme meteen weer toe neemt. Ja, dit is mooi hoor. Spectaculair kan ik wel zeggen.

Het wordt nog spectaculairder als er brokken ijs met veel geraas naar beneden kletteren. Het is alleen jammer dat het geluid is vertraagd. Als je dus de verkeerde kant op kijkt hoor je wel iets vallen en vaak is dat door de echo heel luid, je kijkt naar waar het geluid vandaan komt maar dan ben je te laat. De ijsschots ligt al in het water. Het moment om te zien is juist hoe het van de wand afbreekt en zijn weg naar beneden vind. Het is gelukkig geen broeikas effect waardoor er stukken afvallen. Over deze gletsjer word gezegd dat hij niet groter en niet kleiner wordt. Hij verschuift elke dag 1 à twee meter naar voren en door de stuwing breken er delen af.

De afbrekende stukken hebben tot 1988 al tot 32 doden geleid. De mensen stonden te dichtbij, wat nu niet meer mogelijk is door een vastgestelde route met hoge rails, en werden geraakt door rondvliegende stukken ijs. Het zijn dan ook honderden kilo's tegelijk die naar beneden komen gezeild. De grootste uitdaging van vandaag is dan ook een filmpje te maken van zo'n afvallige schots. Tussen half 11 en 4 uur heb ik de kou en regen getrotseerd om met het beste filmmateriaal huiswaarts te keren.

El Calafate, 18 april

Even een rustdag. Vandaag niets dan schrijven, naar de bank (wederom) en mijn buskaartje naar Ushuaia regelen. De zuidelijkste stad van de wereld wacht op mij. Vannacht om 3 uur vertrekt mijn bus naar Vuurland. Al was er niets te doen, ik zou toch naar Ushuaia willen. Gewoon, om er eens geweest te zijn. Antartica is maar 1000 km verderop en dat is echt helemaal niets. Gewoon hetzelfde of je even naar je vrienden in zuid Frankrijk rijd. Ik ben geen extreme kou kleun, al ben ik wel koudbloedig en moet ik soms door de zon worden opgewarmd worden, wil ik normaal kunnen functioneren. Die kou, kan ik wel aan. Denk ik. Hoop ik.

Daarbij heb ik mezelf een verjaardag cadeautje gegeven. Een boottrip van 5 dagen langs de fjorden van Chili. Ben er zo enthousiast over. Het is één van de laatste boten in het seizoen en ik mag mee. Volgende week maandag moet ik me melden in Puerto Natalas en op een vrijdag stap ik uit in Puerto Montt. Maar belangrijke dingen eerst. De bank, want zonder geld word alles toch een stuk moeilijker. De dame uit Monaco verteld dat het niet mogelijk was om bij één van de banken hier te pinnen. Gelukkig had ze d'r man bij zich en bij hem lukte het wel. Ik ga weer richting busstation, koop mijn kaartje naar de Vuurkaap en daal de trappen af naar het centrum.

Hond is er niet, jammer. Ik sta bij mijn eerste bank maar in mijn beste Spaans kan ik lezen dat mijn kaart niet wordt geaccepteerd al staat het logo van de kaart wel op de deur. Ik loop naar buiten en wie komt daar aangerend: hond! Hij komt kwispelend naar me toe gehold en door mijn 'dierentaal' uitspraken raakt hij helemaal enthousiast en springt tegen me aan. 'Fido', heet hij nu en Fido volgt me overal. We gaan naar de volgende bank en hij gaat weer mee naar binnen. 'Nee, Fido jij moet buiten wachten'. Met een trucje weet ik hem om de tuin te leiden. Hij blijft braaf buiten op me wachten als ik weer door de bank voor 3 euro extra per transactie ben opgelicht. Maar, ik heb geld, best wel weer een verademing. Ik wandel naar het meer en Fido loopt gezellig met me mee. Hij snuffelt overal, bakent zijn territorium af maar plots vind hij iets interessanters dan mij en volgt niet meer. Ik loop in mijn eentje verder.

Aangekomen bij het busstation, wat strategisch is gelegen tussen het centrum en de weg naar mijn hostel, ligt daar een andere knappe hond. Goed gevoed ook, want hij heeft een vierkant ruggetje. Zoals gewoonlijk zeg ik deze hond ook gedag. Niet veel later besluit hij met me mee te lopen. Hij zet zijn grote pootafdrukken nog even snel in het natte cement van de stoep. Nadat hij een tijdje achter me heeft gelopen, komt hij naast me lopen. Als een auto te snel voorbij komt gereden, probeert hij de auto aan te vallen. Niet echt een fijne gedachte dat hij daarbij gewond kan raken maar er is niets aan de hand. Als ik weer aan de on-geasfalteerde weg heuvelopwaarts begin, gaat de hond voor me lopen en slaat rechts af waar ik ook rechts af moet. Hij loopt voorbij het hotel en loopt de houten poort door van mijn hostel. Ik loop zeker 50 meter achter de hond als hij op de houten veranda in de zon gaat liggen. Hoe weet die hond in hemelsnaam waar ik moet zijn? 'Begin ik mijn verstand te verliezen?' Ik geef de hond een troetel en ga binnen vragen of de hond bij het hostel hoort. 'Nee', zegt ze. 'Maar hij loopt liep laatst ook mee met mensen die naar het station liepen.' 'Geloof je toch niet?'

Ushuaia (Tierra del Fuego: Vuurland), 19 april

Gisteravond met een grote groep mensen in het het hostel aan tafel gezeten. Ze hadden een 'asado' (bbq) in de tuin geregeld. Al was het hartstikke koud en was de wind niet aangenaam, met veel tequila, verschillende biertjes en andere sterke drank hebben ze zich warm gehouden. Ik hield het bij mijn fles water. Tot half 3 hebben de mannen gekaart en voor mij was het tijd om naar  de bus te gaan. Daniël een Spaanse jongen die al 3 jaar in Frankfurt woont, is zo vriendelijk om met me mee naar het station te lopen. 'Alsof ik dat niet in mijn eentje kan?' Maar goed, heel vriendelijk natuurlijk.

In de vroege ochtend moeten we uitstappen in Rio Gallegos, één van de laatste steden van het vasteland van Argentinië. De anderhalf uur wachten op het station is niet zo erg. Een klein bruin hondje die ik meteen maar de naam 'Floortje' geef, komt naast me op de stoel liggen en rolt zich op om een lange tijd te slapen. Om 9 uur komt onze 'Marga' bus aan die ons naar Vuurland gaat brengen. Nog geen uur later zijn we bij de Chileense grens waar erbij mij nog even twijfel ontstaat over het meegebrachte eten. Daar zijn ze nogal streng over. Maar mijn kruidenzakje en gekookte pasta leveren geen moeilijkheden op. Met wat afgegeven ingevulde formulieren verder zitten we zo weer in de bus. De weg is niet geasfalteerd en lijkt veel op de gravel weg bij Peninsula Valdés. Het regent hard buiten. Al snel is door de opspattende modder mijn gehele uitzicht verdwenen doordat de rechterkant van de bus bruin is. Dan stoppen we, om met moeite op de ferry te komen die bij Primera Angostura oversteekt. Door de hoge wanden valt er weinig te zien en door mijn slaapgebrek de afgelopen nacht slaap ik 40 minuten van elk uur.

De grens naar Argentinie is me voorbij gegaan. De host in de bus geeft me een duwtje om me wakker te maken en vraagt naar mijn paspoort. Ik geef het af en val terug in slaap. Ik krijg weer een duwtje en krijg mijn paspoort terug. Soms praat ik met de Braziliaanse jongen die voor me zit. Soms kijk in naar de film die speelt maar grotendeels lig ik te slapen. Als we een lange tijd stil staan, wordt ik wakker en ga maar eens polshoogte nemen. We staan bij een benzine station en er wordt net een nieuwe band onder de bus gemonteerd. We gaan weer verder op weg en het wordt donker. Buiten begint het te sneeuwen en het landschap kleurt wit. Ik begin me zorgen te maken over het eventueel niet op tijd aanwezig zijn in Puerto Natales..

Ik loop vanuit het busstation richting mijn gememoreerde hostel. De kou vind ik nogal meevallen. Even later tel ik de lagen kleding die ik aan heb. Termo longsleeve, check. T-shirt, check. Bruine Gap trui, check. Fleece trui, check. Windstopper jack, check. Sjaal, check. Wollen muts, check. Beide cappuchons over de muts, check. Bijkomend voordeel: de rugtas weegt een stuk minder. Ik check tegelijkertijd in met een Oostenrijkse jongen, Markus. We delen de kamer. Een hele nacht weer in een echt bed, fijn.

Beagle Canal | Ushuaia, 20 april

'Ik wil graag een boottrip kaartje over het Beagle kanaal en een buskaartje naar Puerto Natales kopen.' Ik heb namelijk een reservering en aanbetaling gemaakt voor de Navimag, dus moet uiterlijk maandagmiddag in Puerto Natales zijn.'
De man van het Cruz del Sur hostel kijkt me en wenst me 'succes'.

'Sorry?'
'Ga eerst maar naar dit en dit busbedrijf (hij wijst op de kaart) en kijk maar of je daar een bus kan vinden. Regel eerst dat maar en kijk dan maar of je nog wil varen over het kanaal.'
'Shit, dat meen je niet?' 'Gaat me toch niet vertellen dat ik niet op tijd in Puerto Natales kan zijn voor mijn boot?'
Met het stadsplattegrondje in de hand loop ik door de kou stevig door naar de Marga bus club. Bussen rechtstreeks naar Puerto Natales gaan alleen nog op woensdag, zaterdag (dat is vandaag maar de bus is vanmorgen vertrokken) of maandag maar dat is te laat.
'Nee!, dit ga je niet menen!'
Mijn rechter been begint epileptische verschijnselen te vertonen en mijn nagels zijn het slachtoffer van mijn plotselinge zenuwachtigheid.
'Is er geen andere oplossing? Een bus naar Rio Gallegos misschien en vandaar verder?', vraag ik de man achter het bureau.
'Geef me een paar minuten en ik ga voor je bellen', zegt de man.
Mijn nagels worden in rap tempo gekortwiekt.
'Ik heb een oplossing', zegt de negroïde meneer die hier behoorlijk in de minderheid is.
'Je vertrekt morgen om vijf uur in de morgen en komt dan om 6 uur aan in Rio Gallegos. Om 8 uur vertrekt er daar een bus naar Rio Turbio. Daar kom je om middernacht aan en de volgende dag om 12 uur vertrekt er een bus naar Puerto Natales wat 30 km verderop ligt.'
'Rio Turbio?', vraag ik.
'Is dat een dorp waar je kan verwachten wat de naam doet vermoeden? Je wilt er zo snel mogelijk zijn en zo snel mogelijk weer vandaan?'
'Ja, er is niet zoveel daar maar hier heb je een nummer van een hostel,' zegt de man en overhandigd me de notitie.
Ben blij dat ik dat heb geregeld. Ik ben ruim op tijd, lees: zondag vroeg in de middag in Puerto Natales. Check in, is op maandagavond rond negen uur en de boot vertrekt pas de volgende morgen.

Goed, met dat in de pocket loop ik richting de haven om bij één van de Beagle kanaal boten een kaartje te regelen voor een tour. Een kwartier later heb ik een 'Tierra del Fuego' stempel in mijn paspoort erbij en een kaartje voor een gratis warme chocomelk. Die gaan we eerst maar even halen, want heb een uur om door te brengen voordat ik mag boarden.
Rond 3 uur meld ik me wederom bij de haven en kom daar de Braziliaanse jongen van de bus weer tegen. We maken even een praatje. We hebben niet dezelfde boot geboekt maar dat vind ik niet zo erg.
Ik treed binnen bij Ezequil, mijn gecharterde catamaran. Het is gelukkig niet zo druk en vind een prima plekje bovenin de boot, bij de verwarming en naar blijkt een Poolse jongen die graag foto's van me neemt. Met mijn eigen toestel wel te verstaan. Hij vind me een beetje zielig denk ik, dat ik geen wederhelft heb, die me bij elke rots met zeeleeuwen op de gevoelige plaat wil leggen. De tour is mooi. We zien Ushuaia, de hoofdstad van de Falkland eilanden of Malvinas zoals ze hier heten, Antartica en Tierra del Fuego van een afstandje. Elke keer als we een rots met zeeleeuwen of inheemse vogels naderen, schijnt de zon. Alsof het ons bij de koude temperatuur (ja hallo, dicht bij de zuidpool hierzo..) tegemoet wil komen. We krijgen de twijfelachtige eer om 'de zuidelijkste vuurtoren van de wereld' te zien. Maar volgens de Voiceover zijn er daar drie van. De toren is niet groot maar is wel gebouwd met bakstenen. Drie lagen van rood en witte verf geven het een mooi contrast met de besneeuwde bergen in de verte. Een roestig gedeelte van een ooit vast gelopen zeilschip steekt boven het water uit.

In de avond klets ik met Pablo, de man van het hostel over reizen. Hij heeft al 11 keer zijn baan bij het hostel opgezegd om er met zijn fiets op uit te trekken. Meerdere keren is er al een bezoek aan Europa gebracht. Hij kan me helaas niet helpen met iets te boeken in Rio Turbio. De notitie van het hostel met nummer is een doodlopend- end, aangezien er niemand op neemt. Op internet opgesnorde nummers blijken niet te kloppen, te duur of niet bereikbaar. Hopelijk bij aankomst iets te kunnen regelen. Mijn eerste ontmoeting met de welbekende 'mate' volgt. Het is bitter, zelfs met 3 scheppen suiker. Ik drink geen suiker in mijn koffie op thee. Maar, het is gezellig en wil de nationale trots en verslaving van Argentinië niet meteen afvallen. Ik zal me voor een keer inhouden.

Ushuaia - Rio Gallegos - Rio Turbio, 21 april

'De man met de gitaar'
Om kwart over vier in de ochtend  gaat de wekker. Mijn kamergenoot Markus en ik pakken onze spullen om naar het busstation te lopen. Gelukkig sneeuwt of regent het even niet en we komen droog bepakt en bezakt aan bij het busstation. Om vijf uur vertrekt 'Marga', onze bus naar Rio Gallegos.

Het lukt me wederom om de afgesnoepte uren van mijn nacht slapen in de bus weer in te halen. Bij het ontwaken blijkt het flink te sneeuwen. Langs de kant van de weg ligt een pak van 20 centimeter. De bus of buschauffeur blijkt er echter geen problemen mee te hebben. We gaan de Chileense grens weer over, nemen de ferry en komen via de 2de grensovergang weer op Argentijns grondgebied. Voor de mensen die graag hun hele paspoort binnen no-time volgestempeld willen hebben, helaas. Stempels worden op immigratie briefjes gezet.

We zijn voor de geplande tijd in Rio Gallegos en ik race naar de loketten met busreizen.
'Misschien  is er een bus rechtstreeks naar Puerto Natales en kan ik die halen omdat ik hier nu vroeger dan gepland ben?' Nee helaas, een leuk plan maar niet één die bewerkstelligd kan worden. Ik zal echt tot acht uur in de avond moeten wachten.
Markus die het op een liften heeft gezet vanuit deze stad, komt bedropen terug. Niemand die hem wil meenemen. Hij besluit maar een buskaartje te kopen naar het het noorden. Ik steun zijn teleurstelling door hem met mijn gekochte koekjes te verwennen. Floortje, mijn bruine hondje van het busstation negeert me volledig. Ze ziet me niet eens zitten. Arrogant beest.
Markus en ik  zeggen elkaar gedag als onze beide bussen ten tonele verschijnen. Mijn aangewezen plek in de bus is dit keer voorin de bus. De ideale plek om als eerste te verongelukken bij een crash..

Ik heb het koud en wikkel me in mijn sjaal, cappuchon en jas. Naast me zit een man met gitaar. Hij is eind veertig. We maken een kort praatje.
Bij aankomst in Rio Turbio vraag ik of hij een hostel weet in het dorp. Hij is zo vriendelijk om met me mee te lopen. Ik met mijn rugtas op mijn rug en hij met zijn gitaar.

Rio Turbio, 22 april

Er zijn geen hostels, geen vindbare iniedergeval. Het is middernacht geweest en veel leefbare dingen zijn gesloten. 'De man met de gitaar' wijst me niet alleen de weg maar loopt met me mee en me te helpen met het Spaans. We komen bij een hotel wat appartementen verhuurd. Het is vol. De dame van de receptie weet verder niets in de buurt. Alleen dan één hotel maar die is duur.

Het hotel blijkt veel te duur en ik besluit om op de uitnodiging van de man in te gaan. Ik kan wel bij hem blijven slapen. Een plekje op bank klinkt best. Het vriest buiten, er is geen busstation waar ik overdekt tegen een verwarming kan aankruipen. Er is niets hier. Die bank, klinkt niet 'best' maar gezien de omstandigheden meer dan prima. We betreden naar wat het lijkt een oud schoolgebouw. De lokalen zijn de appartementen en aan de overzijde van de gang is een grote, lege keuken en een baño (badkamer) die hokjes heeft met latrines, een (bijzonder smerig en overgelopen) toilet en douche hokjes. Het klaslokaal is zijn onderkomen. Het is één ruimte met drie ingebouwde kasten waar wat kleding aan haakjes hangen. Er staat één 2-persoonsbed en een tafel met 4 stoelen waarvan de zitting nog in het plastic zit. Tot zover het slapen op de bank.. Er staat een foto van een knap jong meisje in een vrolijk lijstje op een oud kastje. Ik ben moe en koud. Dit is mijn beste optie, denk ik. Mijn intutie verteld dat het goed is. Ik trek mijn slaapzak uit zijn hoes. De goede man gaat de deur nog uit om te eten en ik rol me met kleding en al op in mijn slaapzak en ga op het hoekje van het bed liggen. Het is drie uur 's nachts, twee uur later, als hij terug komt en ik wakker wordt van het voetbalwedstrijd geluiden op televisie. Ik wordt nog een paar keer wakker en ontwaak dan rond een uur of 9. Het douchen sla ik even over.

Ik wil hem trakteren op een ontbijt omdat hij me van een logeer plek heeft voorzien. Het is zondag, alles is gesloten. Inclusief de kerk. Om tien uur kunnen we terecht bij het tankstation wat een klein cafeetje heeft met verse koffie en zoete croissants. Het is het enige waar leven is te vinden in dit dorp. Hij spreekt twee zinnen Engels: Wat is je naam? en, Mijn naam is..
Zijn naam is Lino. De 'man van de gitaar' heet Lino. De conversatie gaat verder in het Spaans. Zo goed en zo kwaad, ik de woordjes heb onthouden. Pablo van het Ushuaia hostel zie dat ik 'lui' was in het Spaans spreken omdat hij er achter kwam dat ik toch wel wat woordjes kende. Ach, hoeft niet iedereen te weten natuurlijk.
Lino en ik praten over mijn plannen, over familie en over zijn werk: mijnwerker in de mijn die twee kilometer verder in het zicht ligt en zijn band waar hij in speelt. Vanmorgen heeft hij nog even een folklore nummertje voor me gespeelt. Klonk goed.

Hij vraagt voor de 6de keer waarom ik geen kinderen wil. Ik weet niet hoe ik dit moet uitleggen en zeker niet hoe het in het Spaans te vertellen. Dan, en ik weet niet waarom, vertel ik hem dat mijn nichtje ziek is. Één van de redenen om geen kinderen te nemen, ... ze worden ziek. Ik vertel hem dat ze leukemie heeft en begin te huilen. Hij verontschuldigd zich. Dit heeft hij natuurlijk niet zo bedoeld. Hij vraagt hoe oud ze is en hoe het nu met haar gaat. Hij verteld, dat de foto in zijn huis, met het knappe meisje in het vrolijke lijstje, de dochter is van zijn broer. Ze wonen in Salta, wat ligt in het noorden van Argentinië. Ze heeft ook leukemie. Ze is 15 jaar en ligt al 3,5 maand in het ziekenhuis, aan de chemo. Ik weet niet wat de bedoeling is van het lot. Ik weet niet waarom ik hier moest stranden en waarom juist 'de man met de gitaar' mij een plekje aanbood. Ik weet niet waarom onze levens op elkaar moeten lijken. Één ding weet ik wel en nu helemaal zeker, toeval bestaat niet. Het kan gewoon niet!

Een uurtje later zeggen we elkaar gedag bij de Cootra busmaatschappij. Ik geef mijn tas aan de chauffeur en zwaai voor de laatste keer naar Lino, 'de man met de gitaar'.
Ik loop de bus in en wordt meteen aangesproken door een donkere jongen met kort haar. Het is Anab! De Indiaanse prins uit London met wie ik samen Spaanse les in Buenos Aires heb gevolgd. Meteen storten we ons  in een volle conversatie over wat we allemaal hebben gedaan na Buenos Aires. We stappen uit bij de Argentijnse grens, om niet veel later voor een langere tijd op Chileens grondgebied te blijven. Ik wordt gedag gezegd door een Aziatisch meisje. Het is het Taiwanese stel met wie ik de Perito Moreno gletsjer heb bezocht.. Dan zie ik de jongen afkomstig van Seattle, uit El Calafate. Die me heeft verteld over de Navimag, de boot van Puerto Natales naar Puerto Montt. Waarna ik meteen besloot de trip te boeken. Hij zal dezelfde boot nemen als ik.. Dan zie ik de Nederlandse jongen uit Volendam die de PanAmericana highway te voet wil afleggen. En waar ik een heel gesprek mee heb gehad in El Calafate.. ...Toeval...? Nu geloof er helemaal niet meer in.

                                                                                       ***Lees verder bij Chili***

Fin del Mundo: Einde van de wereld